Ziekte van het binnenste van het oog bij paarden. De ziekte is gekenmerkt door aanvallen, welke zich ongeveer om de vier weken herhalen.
Om die reden meende men vroeger, dat de stand van de maan invloed op de aanvallen zou hebben.De aanval begint met lichtschuwheid en tranen; het regenboogvlies, het vaatvlies, het hoornvlies, kortom alle deelen van het oog geraken in hevige ontsteking. Het hoornvlies wordt troebel en wit, er komen vlokken in het glasvocht, het regenboogvlies vergroeit met de lens. Daarna vermindert de ontsteking, het hoornvlies wordt weer helder. Maar de aanvallen herhalen zich en ten slotte wordt het oog blind, en ligt diep in de oogkas. Het is zeldzaam, dat beide oogen aangedaan worden. De oorzaak is niet bekend, erfelijkheid schijnt invloed te hebben. Een onderzoek van 300 afstammelingen van een hengst, die aan maanblindheid bleek te lijden, wees uit, dat drie van de nakomelingen de ziekte ook hadden.
