De vrucht, die zich in den wand van de kiemblaas heeft ontwikkeld (zie dooierzak), komt langzamerhand dieper in de kiemblaas te liggen en ten slotte stulpt de wand zich om de vrucht heen en snoert zich af. Daardoor wordt de vrucht omgeven door een vlies, dat het lamsvlies heet, aldus genoemd, omdat het voor het eerst gevonden werd bij het slachten van een drachtig schaap.
Het vlies vormt een holte, waarin de vrucht komt te liggen, het is dun en doorschijnend, zonder zichtbare bloedvaten. In de holte vormt zich het vruchtwater, waarin de vrucht drijft. Het lamsvlies zet zich voort om de navelstreng en omgeeft. die als een scheede.
