Gepubliceerd op 18-08-2020

Kampernoeljes (keuken)

betekenis & definitie

Champignons, paddenstoelen, die veel op weilanden groeien, waar paarden grazen. De jonge kampernoeljes zijn witte ballen op een korten steel.

De rand van den hoed is dan nog door een vlies met het midden van den steel verbonden. Als dat vlies barst, worden de plaatjes aan de ondervlakte van den hoed zichtbaar. Deze zijn bruin. Kampernoeljes gelijken veel op vergiftige knolamanieten, daar ze een verdikten voet hebben. Ze zijn ervan te onderscheiden, doordat de laatsten een zak aan den voet hebben. Kampernoeljes, kleiner dan een gulden, kan men niet vertrouwen, omdat ze nog niet goed te herkennen zijn.

Die, welke men in den winkel koopt, zijn afkomstig van kweekerijen. Voor een kilo versche of verduurzaamde kampernoeljes werd in 1930 twee en een halve gulden betaald.