Gepubliceerd op 18-08-2020

Gasolie

betekenis & definitie

Bij overhaling van ruwe petroleum gaan achtereenvolgens de vluchtige petroleumaether, de lichte benzine (gasoline), de gewone autobenzine, de waschbenzine, de petroleum, de gasolie, de smeerolie en ten slotte de paraffine over. Wat er overblijft is asfalt en teer.

De gasolie heeft een soortelijk gewicht van 0,866, is donkergeel tot zwart, kookt bij 200—300 graden en maakt 72 % van de ruwe aardolie uit. Zij wordt, integenstelling met petroleum, gewoonlijk ongezuiverd in den handel gebracht, omdat de toepassing ervan geen zuivering vereischt. Van gasolie maakt men benzine en oliegas en verder is het een brandstof voor dieselmotoren en voor centrale verwarming. Men noemt gasolie ook wel dieselolie. De kosten aan brandstof van dieseltreinen zijn lager dan die van stoomtreinen. Tegenwoordig maakt men ook vrachtauto’s met dieselmotoren. Deze dieselmotoren hebben geen vergasser, de brandstof wordt vloeibaar in den cylinder gespoten.