Gepubliceerd op 18-08-2020

Gaarde (waterbouwkunde)

betekenis & definitie

Lat. Gladde wilgentak van meer dan duim dikte, die gebruikt wordt bij het maken van tuinen (vlechtwerk).

De Hollandsche latten zijn 2,10 meter lang. Geldersche latten hebben een blees (rijstop) en heeten daarom bleeslatten, bleesgaarden. Zij zijn langer dan de geknotte latten en geven daarom sterker tuinen (voor kribwerken, schoeiingen, afscheidingen).