Definities van Woordenboek voor praktische kennis in de Ensie B
- Blein
- Blek (schoenmakerij)
- Blenden (aardkunde)
- Bles (paarden)
- Bleskant (houthandel)
- Blessen
- Blijde boodschap
- Blijvend hout (bouwkunde)
- Bliksem (keuken)
- Bliksempijpen
- Blind
- Blind (bouwkunde)
- Blinde darm
- Blinde vink (keuken)
- Blinde vlek (ontleedkunde)
- Blinkert
- Bloederziekte
- Bloedgroepen
- Bloedhond
- Bloedlichaampjes
- Bloedloogzout
- Bloedluis (tuinbouw)
- Bloedplaatjes
- Bloedschande (rechten)
- Bloedvin
- Bloedwel
- Bloedwraak
- Bloedzuiger
- Bloeiwijze (plantkunde)
- Bloembekleedsels (plantkunde)
- Bloemdek (plantkunde)
- Bloemhout (meubelmaker)
- Bloemkolf (plantkunde)
- Blok (spoorwegen)
- Blok (zeilvaart)
- Blokfluit (muziek)
- Blokhuis
- Blokkeel (bouwkunde)
- Bloklaars
- Blokschaaf (timmerman)
- Blokstaart (paarden)
- Bloktegel
- Bloktin
- Blokverband (metselaar)
- Blokwagen
- Bloot (leertouwerij)
- Bloot eigendom (rechten)
- Blooten (landbouw)
- Blootschoof (landbouw)
- Bocht (veeteelt)
- Bodemerij (scheepvaart)
- Boedelbeschrijving
- Boedelkamer
- Boedelscheiding (rechten)
- Boef (ondergoed)
- Boeg (paarden)
- Boeg (schepen)
- Boegseeren
- Boegspriet (zeilen)
- Boei
- Boeibord (bouwkunde)
- Boeier
- Boeiplank (bouwkunde)
- Boeisel (scheepsbouw)
- Boekanier
- Boekmaag (veeteelt)
- Boekverluchting
- Boelijn (landbouw)
- Boerengrauw (steenbakkerij)
- Boerenmeisjes
- Boerenschroom
- Boerewei (houthandel)
- Boes (koestal)
- Boetekleed
- Boeten (visscherij)
- Boezellinnen
- Boezem (bouwkunde)
- Boezem (waterbouwkunde)
- Boezemschop
- Bof (geneeskunde)
- Boheemsch glas
- Bok (hijschwerktuig)
- Bok (vaartuig)
- Bokaal
- Bokbeenig (paarden)
- Bokhoef (paarden)
- Bokkenrijders
- Bokkepooten (zeilvaart)
- Bokking
- Bokpaal
- Bol (houthandel)
- Bol (veeteelt)
- Bolder (scheepvaart)
- Bolderik
- Boldriehoeksmeting (wiskunde)
- Boleinde (waterbouwk.)
- Bolland
- Bollebuizen
- Bolscharnier
- Bolschheid (veeteelt)