Gepubliceerd op 18-08-2020

Burggraaf

betekenis & definitie

De graven van de 12de eeuw waren langzamerhand geen ambtenaren van den koning meer : zij waren onafhankelijke leenmannen geworden en trachtten op hun beurt zich tot onafhankelijke landsheeren te ontwikkelen. Zij verzekerden zich daartoe van den steun van vazallen, die goederen van hen in leen kregen en hen hielpen in hun oorlogen.

Dat waren de ridders, oorspronkelijk bereden krijgslieden. Het was in den tijd der Noormannen en de graven bouwden versterkingen om deze te keeren. Zij vertrouwden het bevel over zulk een burcht aan een hunner vazallen toe en deze werd burggraaf genoemd. Aanvankelijk waren de burchten niet meer dan houten versterkingen ; later werden zij van steen gebouwd en met een gracht omgeven. De burggraven gingen op hun beurt de macht van den graaf trotseeren en trachtten om zich heen een zekere heerschappij te scheppen. Zoo werden de burggraven mannen van gezag en in de geschiedenis worden er vele genoemd.

In ons land had men de burggraven van Montfoort, Rhenen, Koevorden, Groningen, Utrecht, Leiden, Voorne, Nijmegen. Van hun burchten zijn hier en daar nog bouwvallen over. Bekend is de burcht van Leiden, de burcht van Oostvoorne (hiervan zijn onlangs de resten opgegraven) en die van Nijmegen. De titel burggraaf, die behouden was gebleven, al waren er dan geen burchten meer, werd in 1795 met de omwenteling afgeschaft; na het herstel onzer onafhankelijkheid echter opnieuw ingesteld. In een besluit van 1825 van het nieuwe koninkrijk komen dan ook een aantal burggraven voor: dat waren de Belgische vicomtes. In Noord-Nederland komt de titel zelden voor (burggraaf van Afferden te Geulle).

In Engeland is de titel zeer gewoon (viscount, uitspr., vaikaunt). Voor elke Britsche regeering van deze eeuw is de verkoop van titels een middel geweest om de partijkas te versterken. De eerste ministers verkochten slechts nu en dan een erfelijken titel, maar ze werden overtroefd door Lloyd George, die in de jaren 1916—1919 wel 155 erfelijke titels verleende tot steun van de partij. In enkele maanden werden alle eigenaren der groote Londensche bladen burggraaf. Als democraat beschouwde Lloyd George dien titel als een snuisterij in de kraam der ijdelheid.