Bij vele oude volken was de bloemen- of takkenkroon een eerbewijs. Bij de Romeinen werd iemand, die in een gevecht het leven van een medeburger had gered met een kroon van eikebladeren vereerd.
Later maakte men de kroon van goud en de Romeinsche keizers hadden het recht die gouden kroon te dragen. Tegenwoordig erkent men verdiensten door de verleening van een ridderorde. Sommige steden verleenen het eereburgerschap.In de wapenkunde noemt men een burgerkroon een kroon boven een burgerlijk geslachtswapen. Sedert de Wet bepalingen gaf omtrent den vorm van de kroon boven adellijke wapens, laat men de kroon boven een burgerlijk wapen weg.
