Bewerking van het gerote vlas, waarbij de bast van den vlasstengel gebroken wordt, als voorbereiding voor het zwingelen. Het braken geschiedt door mangelen van het vlas tusschen twee rollen, welke van smalle opstaande ijzeren reepen zijn voorzien.
Hiertusschen knakt men de broze vezel, de bast breekt en kan daardoor bij het zwingelen gemakkelijker verwijderd worden. In Gelderland noemt men braken, wat men in Zuid-Holland en Zeeland zwingelen noemt, nl. de verwijdering van de gebroken vlasbasten (scheven, liemen).Eertijds geschiedden de bewerkingen van braken en zwingelen inééns en wel als huisnijverheid door kinderen. Men klopte hierbij het vlas met een waaiervormigen hamer. Hennep wordt op dezelfde wijze als vlas gebraakt.
