Vroeger was het meer dan tegenwoordig gebruik om elk zevende jaar het bouwland onbezaaid te laten en het in den zomer grondig te bewerken, het grondvuil (kweek) te verwijderen en den akker te bemesten. Braken was een onderdeel van den wisselbouw.
In den nazomer werd dan de braak met koolzaad bezaaid. Deze werkwijze had het voordeel, dat de tijd van bewerking in den zomer viel, wanneer de onkruidwortels aan de zon kunnen worden blootgesteld. Ook gaf het braken een goede werkverdeeling. Onder braak of braakland wordt het land zelf verstaan, onder braken verstaat men de bewerking; braak liggen is figuurlijk bedoeld als ongebruikt laten.
