De Boschwet van 1922 geeft alleen bevoegdheid, een kapverbod uit te vaardigen in bosschen van publiekrechtelijke lichamen en van stichtingen ten algemeenen nutte. Art. 9 opent de mogelijkheid van onteigening ten behoeve van het Rijk, Gemeenten of stichtingen tot instandhouding van natuurschoon.
In afwachting van onteigening kan het kappen tijdelijk verboden worden.