Gepubliceerd op 18-08-2020

Borgstelling

betekenis & definitie

Borgtocht, (art. 1857— 1887 B.W.). Overeenkomst tusschen een schuldeischer en een derde, waarbij deze zich verbindt den schuldeischer te betalen, wanneer de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt.

De verplichtingen van den borg gaan over op de erfgenamen. De overeenkomst moet wettig zijn, wil een borgtocht gevolgen hebben. Heeft de borg voldaan aan de verplichting van den schuldenaar, dan treedt hij van rechtswege in alle rechten, welke de schuldeischer tegen den schuldenaar kon doen gelden.Voor allerlei verplichtingen kan men borgstaan. Tenzij de akte van borgtocht hieromtrent bijzondere bepalingen bevat, is er geen middel om van zijn borgtocht af te komen. Wel bepaalt artikel 1880 van het B.W. dat de borg den schuldenaar kan aanspreken om van zijn verbintenis ontheven te worden, indien de schuld opeischbaar is geworden b.v. na verstrijking van den termijn. De borg blijft echter aansprakelijk, zoolang de betaling nog niet is geschied. Evenwel kan de borg, zelfs voordat hij betaald heeft, den schuldenaar aanspreken, indien de borg en niet de schuldenaar in rechte vervolgd wordt ter zake van niet nakoming der verplichtingen. Verder ook indien tien jaar zijn verloopen sedert de borgstelling heeft plaats gehad en in de schuldbekentenis geen tijd van aflossing is genoemd. Ten slotte kan de borg zich van zijn verplichting ontdoen, indien de schuldenaar zich heeft verbonden, om den borg na verstrijken van een bepaalden tijd ontslag van borgtocht te bezorgen en hij dat niet nakomt.

Een borgtocht kan worden aangegaan voor een deel der schuld of voor een deel der voorwaarden. Men kan zich ook borgstellen buiten weten van den schuldenaar en ook voor den borg, welken de schuldenaar gesteld heeft.

Hij, die door wet of door vonnis verplicht wordt, borg te stellen en dien borg niet heeft kunnen vinden, kan in plaats daarvan een pand of hypotheek geven.

Gewoonlijk wordt bij de overeenkomst bepaald, dat de borgen afstand doen van uitwinning en schuldsplitsing. Dat wil zeggen, dat de schuldeischer bij wanbetaling niet behoeft te beginnen met den schuldenaar uit te winnen (hem failliet doen verklaren) en ook, dat hij de schuld niet behoeft te verhalen op elk der borgen, ieder voor zijn aandeel (recht van schuldsplitsing). Hij kan dan volstaan, met één der borgen voor de geheele schuld aan te spreken.

Bij borgstelling door banken (bankgarantie) is het gewoonte, voor verstrekking van borgtocht vergoeding te doen betalen. Die vergoeding moet echter vooraf bedongen worden, anders behoeft ze niet betaald te worden.

Indien de schuldeischer een regeling met den schuldenaar maakt, waardoor de borg niet meer in de oude rechten van den schuldeischer kan treden, dan is de borg van zijn verplichting ontheven. Wanneer b.v. een schuldenaar zijn hypotheek niet aflost, of zijn rente niet betaalt, en de schuldeischer zou het onderpand (een huis b.v.) onderhands koopen, dan is de borg ontheven van zijn verplichtingen.