Gepubliceerd op 18-08-2020

Bol (houthandel)

betekenis & definitie

Boomstam (vergel. Hd.

Böhle: plank).Eiken onderbol voor spaakhout (hout voor wielspaken). Een onderbol van een meter middellijn en 6 meter lengte.

Het boleinde van een rijsbos : stoppeleinde in tegenstelling tot het bleeseinde. Spinbol of wipmolen. Een kleine molen om water te pompen, voorzien van een houten, staande as; spinnen is draaien. Bolstaart of blokstaart is een afgeknotte staart van een koudbloedpaard of van een hond. Rollebol, overhaal of overtoom, een inrichting om kleine vaartuigen over een dam te laten rollen.

Bol of knipbol: een lang wittebrood. Bolwerk is eigenlijk een vesting van bollen, met wanden van houten stammen gemaakt, zooals een blokhuis.