Boeilijn. Indien de boer met meer dan één paard ploegt of egt, is het moeilijk de paarden op de gewone wijze te besturen.
Daarom is één der paarden afgericht, om te worden bestuurd met één enkele lijn, de boeilijn. Beide leidsels loopen daarbij langs de linker zijde van den hals van het paard en vereenigen zich tot een lange lijn. Haalt de ploeger de lijn aan (hij roept daarbij „hierop”), dan gaat het ploegpaard naar links. Geeft hij rukjes aan de boeilijn (hij roept dan „bij” of „hopbij”), dan gaat het paard naar rechts.De andere paarden hebben wel een toom aan en ook deze leidsels vereenigen zich tot één lijn, maar deze lijn is korter en wordt aan den zwing vastgemaakt. Zulk een toom heet de opzet; in Zeeland loeie.
