Gepubliceerd op 18-08-2020

Bak (scheepswoord)

betekenis & definitie

Een opbouw op den boeg van zeeschepen, waai in zich in den regel de verblijven der matrozen bevinden. Er is een waschplaats en een schaftlokaal in.

De opbouw keert het overslaande water, maar niettemin is het geen aangenaam verblijf, wanneer het stormt, omdat er toch wel zeetjes overkomen en de stampbewegingen van het schip daar het sterkst zijn. Op het achterschip is ook zulk een opbouw: de kampagne. De bak is voor schepen, welke hout als deklast vervoeren, wettelijk voorgeschreven (schepenwet 1931).