De afgelopen dagen was er een woord in het nieuws dat je daar zelden aantreft, namelijk shitshow. Dit naar aanleiding van de klimaattop in Bakoe in Azerbeidzjan. Berekend is dat de ontwikkelingslanden, die nauwelijks hebben bijgedragen aan de klimaatverandering, vanaf 2035 per jaar 1300 miljard dollar nodig hebben om passende maatregelen te nemen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Ze vroegen zeshonderd miljard en krijgen er driehonderd. Althans, op papier, want er is geen betaalverplichting. Bovendien heeft Trump, aankomend president van het land dat het meest bijdraagt aan de klimaatverandering, bekend gemaakt na zijn aantreden andermaal uit het Akkoord van Parijs te stappen. En meer gas en olie te gaan oppompen. Dit alles na het warmste jaar dat er ooit is gemeten.
Vandaar dat veel deelnemers oordeelden dat de 29ste klimaattop was geëindigd in een ware shitshow. Het woord klonk zelfs in een nieuwsuitzending van de NOS – zeker geen dagelijkse praktijk. Op de NOS-website staat te lezen: ‘De ene diplomaat spreekt al over een shitshow, de ander zegt dat dat nog zachtjes uitgedrukt is.’
Soldatentaal
Shitshow is een jong woord. De vroegste vindplaats in de Oxford English Dictionary dateert van 1976. In een jaarboek over schendingen van mensenrechten stond toen de zin: ‘We don’t want this shit-show any longer.’
Staat er hier nog een koppelteken tussen de twee woorden, tegenwoordig staan ze doorgaans aan elkaar vast – zowel in het Engels als in het Nederlands. De Dikke Van Dale vermeldt shitshow sinds januari 2023 en definieert het als ‘chaotische toestand waarbij van alles misgaat’. En inderdaad, we gebruiken dit informele leenwoord vooral om een chaotische, rampzalige of slecht georganiseerde situatie te beschrijven.
Shitshow ontstond in het Amerikaans-Engels. Volgens sommige bronnen werd het aanvankelijk vooral door Amerikaanse soldaten gebruikt. Bovengemiddeld veel militaire conflicten eindigen nu eenmaal in een shitshow.
Clusterfuck
Vanaf het begin van deze eeuw won shitshow in het Engelse taalgebied aan populariteit, vooral in informele media, online forums en de journalistiek. Synoniemen zijn trainwreck en clusterfuck. Ook dat laatste woord duikt af en toe op in de Nederlandse pers. Zo kopte de Volkskrant eind 2022: ‘Achter elke crisis schuilt een bestuurlijke clusterfuck’.
Poepvoorstelling
Leeft het woord shitshow al lang in het Nederlands? Nee. In romans trof ik het voor het eerst aan in 2011. Barbara Kuipers schreef toen in Niet te filmen: ‘En dit meisje moet ook nog gewoon naar huis, na die hele shitshow van jullie.’ In NRC Handelsblad debuteerde het in 2016, in de kop ‘Obama: Cameron deels verantwoordelijk voor “shit show” Libië’. Het gaat hier dus om een citaat van de Amerikaanse president Barack Obama. Sinds 2022 klinkt shitshow af en toe in ons parlement. Zo zei een Kamerlid van de SP aan het eind van dat jaar tijdens een debat:
‘Dan is onze vraag natuurlijk: wat gaat dit debat opleveren? Wij hebben geen zin om naar een soort shitshow te gaan zitten kijken, of in goed Nederlands: naar een poepvoorstelling.’
Mooi vind ik dat, dat een Kamerlid – het ging om Sandra Beckerman – dit Engelse begrip toen vertaalde, ik neem aan voor de duidelijkheid.
Shitstorm
Ik probeer hier terughoudend te zijn met voorspellingen, maar hier komt er een. Het grootste probleem van deze tijd is zonder enige twijfel klimaatverandering. Over enkele decennia zullen mensen hoofdschuddend terugkijken op deze tijd. Er was hard geld nodig om de klimaatverandering te bestrijden, maar in plaats daarvan gingen Europeanen kolossaal meer geld uitgeven aan bewapening. Ze legden hier zoveel geld voor apart dat ze het niet uitgegeven kregen. Inderdaad, vanwege de dreiging vanuit Rusland, maar zagen ze dan niet dat er nog een veel grotere dreiging aankwam? Een enorme shitshow? Nee, een superzware shitstorm? Die vragen – het kan niet anders – zullen in de toekomst steeds vaak te horen zijn.
Gepubliceerd op 25-11-2024
Shitshow
betekenis & definitie