WoordHoek

Ewoud Sanders (2023)

Gepubliceerd op 17-10-2023

Pogrom

betekenis & definitie

Dat het woord pogrom nu opeens de ronde doet, toont volgens Ewoud Sanders aan hoezeer het verleden meetrilt in hedendaagse conflicten.

En toen was het opeens oorlog. Of beter: was er weer een oorlog bijgekomen, want tot voor kort domineerde de oorlog in Oekraïne het nieuws.

Oorlogen brengen een eigen woordenschat met zich mee. Oorlogstaal. Luchtaanval, grondoffensief, verrassingsaanval – iedereen kan zo een lijstje maken. Vanwege de oorlog tussen Israël en Hamas gaat er nu opeens een woord rond dat zeldzamer is, namelijk pogrom.

‘Premier Sunak: zes Britten omgekomen bij “pogrom” door Hamas’, kopte het Nederlands Dagblad gister. ‘Een pogrom is geen “verrassingsaanval”. Noem het dus ook niet zo’, betoogde iemand een dag daarvoor in EW (voorheen Elseviers Weekblad). En op Jonet (Joods Onafhankelijk Nieuws) verscheen een column getiteld: ‘De pogrom vieren’ – over een pro-Palestina-demonstratie in Amsterdam.

Pogrom is van oorsprong een Russisch woord. Het gaat terug op het begrip gromit, dat ‘vernietigen, verwoesten’ betekent. Oorspronkelijk werd het vooral gebruikt voor het vernietigen en verwoesten van joodse gemeenschappen – vandaar dat het nu weer opduikt. Inmiddels wordt het ook gebruikt voor gewelddadige aanvallen op bepaalde groepen: etnisch, religieus of anderszins. Het gaat daarbij altijd om zeer grof geweld, waarbij ook de omgeving van zo’n groep met de grond gelijk wordt gemaakt.

Een uiterst naar woord dus, met een geschiedenis die zo bloedig is dat je er liever niet over zou schrijven.

Pogromen
Volgens onze naslagwerken leenden wij het woord pogrom in het eerste kwart van de twintigste eeuw. In feite gebeurde dat al eerder. In 1882 citeerde het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage een rabbijn die opriep om de joden in Rusland te steunen. Hij had, schreef hij, een stapel pamfletten voor zich liggen die in West-Rusland werden verspreid. Ze riepen op tot Jodenvervolging.

‘Wat die vlugschriften beteekenen’, aldus de rabbijn, ‘weet ik zeer naauwkeurig van het vorig jaar, toen zij altijd de voorboden waren van de “Pogromen” (de aanhitsingen tot Joden-vervolging); dag en uur kondigden zij naauwkeurig aan en zij gaven het sein tot roof, moord en vrouwenschending.’

De rabbijn had gelijk: in 1882 en 1883 braken er in Rusland andermaal pogroms uit. Met als gevolg dat ruim een miljoen Russische joden hun land ontvluchtten. Vele duizenden van hen kwamen in Nederland terecht, vooral in Amsterdam en Rotterdam. Ze verbleven doorgaans in speciale opvanghuizen. De meesten maakten vervolgens de oversteek naar de Verenigde Staten. Over het lot van die Russische vluchtelingen in Nederland zijn opvallend veel kinderboeken geschreven – vooral door christelijke auteurs. Ze bevatten soms gruwelijke details (zie o.a. hier en hier).

Kielce
Zeker in economisch slechte tijden of tijdens epidemieën waren pogroms in Rusland aan de orde van de dag. Grootscheepse pogroms kwamen er voor in 1903, in 1905 en in 1921. Ook in Polen en Roemenië kreeg de joodse bevolking geregeld met pogroms te maken. De mensen die de joden aanvielen en hun eigendommen vernielden, bleven meestal onbestraft.

Zelfs na de Tweede Wereldoorlog vonden er nog pogroms plaats. Berucht is de pogrom die op 4 juli 1946 uitbrak in Kielce, een stad in Polen. Van tweehonderd Poolse Holocaust-overlevenden die terugkeerden na het eind van de oorlog werden er 82 verwond en 41 vermoord.

Dat het woord pogrom nu internationaal van stal wordt gehaald in verband met de oorlog tussen Israël en Hamas, toont dat deze geschiedenis nog niet is vergeten. Hetzelfde geldt voor een woord als jodenhaat, dat afgelopen dagen eveneens piekte. Over de juistheid van dergelijke vergelijkingen kun je twisten. Dat gebeurt dan ook. Mijns inziens tonen ze in ieder geval duidelijk aan hoezeer het verleden meetrilt in hedendaagse conflicten. Ook in de woordkeuze.