WoordHoek

Ewoud Sanders (2023)

Gepubliceerd op 13-09-2023

Partijhopper

betekenis & definitie

Partijhopper, pluchehopper of serieoverstapper worden ze genoemd, de politici die schijnbaar moeiteloos van partij wisselen om maar aan de macht te kunnen blijven.

Het zijn goede tijden voor mensen die graag nieuwe woorden verzinnen. Dat komt door de politieke ontwikkelingen – altijd een rijke bron voor neologismen. Van oudsher zijn de media de belangrijkste leveranciers van nieuwe woorden. Kranten, radio en tv. De afgelopen jaren zijn daar onder meer de sociale media en podcasts bijgekomen.

In een van die podcasts hoorde ik de afgelopen dagen de woorden party hopper en partijhopper. Ze werden gebruikt voor Mona Keijzer, de politica die onlangs de overstap maakte van het CDA naar de BBB. En die door die laatste partij is aangewezen als potentiële premier. Diezelfde dag hoorde ik bij Nieuwsuur het woord serieoverstapper. Ik meen voor Derk Jan Eppink, de man die inmiddels toe is aan zijn vijfde partij. Elders kwam nog pluchehoppper voorbij. Andermaal voor hetzelfde: de politicus die overstapt van de ene naar de andere partij.

Riskant
Publicitair gezien zijn dergelijke partijwisselingen nogal riskant. Je loopt het risico te worden afgeschilderd als een plucheplakker. Om maar in de Kamer te kunnen blijven, wissel je moeiteloos van ideologie.

In feite is die veroordeling natuurlijk een beetje flauw. Veel mensen stellen gedurende hun leven hun politieke opvattingen bij. Ik ken mensen die ooit op de communistische partij stemden en inmiddels op de VVD. Dat is een overstap van, simpel samengevat, ‘Alle mensen verdienen dezelfde kansen’, naar: ‘Er is niks mis met slim belastingontduiken en huisjesmelken.’ Ik zei al: simpel samengevat.

Plucheplakkers
Eigenlijk zouden we dus een beetje coulant moeten zijn voor plucheplakkers – fijn woord – als Henk Otten en vele anderen. Toch voelt het niet helemaal lekker. Ja, de opvattingen van politieke partijen beginnen steeds meer op elkaar te lijken, maar vijf keer overstappen, zoals Eppink, daarmee demonstreer je toch vooral dat je een ongelooflijke politieke opportunist bent? Wie gaat dergelijke serie-overstappers ooit nog geloven als zij zeggen dat zij het beste voor hebben met Nederland?

Bij de komende verkiezingen krijgen we het antwoord, vermoed ik.

Dan zullen we ook zien in hoeverre dit partijhoppen een discussiepunt is geworden. Ik vermoed dat het in debatten nog vaak aan de orde zal komen (‘Hoezo idealen? Doe ff normaal! Je bent in de eerste plaats een gewetenloze pluchehopper!’). Wat goed is voor de bekendheid en verspreiding van deze woorden.

Nazaten van de jobhopper
Taalkundig gezien zijn pluchehopper en party- of partijhopper natuurlijk nazaten van de jobhopper. Ook dat woord, dat opgang maakte vanaf de jaren zeventig, had ooit een negatieve bijklank. De werkethiek schreef toen voor: lang bij dezelfde baas blijven is goed voor alles en iedereen. ‘Wij zoeken’, schreef een management consultant bureau in 1977 in een advertentie, ‘de vaardige Account Executive of Product Manager met veel affiniteit voor het reclame métier en met organisatietalent. Dit is niet voor de “jobhopper” maar voor de behoedzame loopbaanplanner, die tijdig van functie/onderneming verandert om zijn visie te verbreden.’

Het feit dat deze consultant géén jobhopper zocht, toont aan dat er toen steeds meer van dergelijke snelle baantjeswisselaars waren.

Inmiddels heeft jobhopper dit negatieve imago van zich afgeschud. ‘Iemand die vaak van baan verwisselt om zo een betere positie te verwerven’, luidt de definitie in de Dikke Van Dale. Van baan verwisselen om meer te gaan verdienen, vinden de meeste mensen nu zeer acceptabel. Maar van partij verwisselen om in het pluche te kunnen blijven plakken, nee, voorlopig scoor je daar volgens mij weinig punten mee.



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.