WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 17-03-2023

Macadamianoot

betekenis & definitie

In lang niet alle woorden die met Mac- beginnen zit een Schot of een Brit verstopt, maar wel in een paar. Zo is de macadamweg, een met twee lagen steenslag verharde weg, genoemd naar de Brit John London McAdam, de ingenieur die deze techniek vanaf 1815 toepaste. De mackintosh, de bekende waterdichte regenjas, heet zo naar de Schotse scheikundige Charles Mackintosh, die in 1823 het textiel patenteerde dat hem beroemd maakte. En dan heb je nog de macfarlane, een mouwloze overjas met kap, die omstreeks 1859 is uitgevonden door een MacFarlane over wie we verder niks zeker weten, maar die waarschijnlijk een Schot was.

Ook de macadamianoot is naar een Schot genoemd, namelijk John Macadam (1827-1865). Macadam heeft de notenboom niet ontdekt, zoals je soms leest. De boom werd in de jaren vijftig van de 19de eeuw in Zuid-Australië ontdekt door de Duitse plantkundige Ferdinand von Müller (1825-1896). Müller beschreef de noot in 1858 in de handelingen van het Philosophical Institute in Victoria. Macadam was toentertijd secretaris van dat instituut. Volgens één bron waren de mannen vrienden, maar dat wordt nergens bevestigd. Müller kan de noot net zo goed naar Macadam hebben genoemd om bij hem in een goed blaadje te komen.

Een saaie piet
Uit zijn levensbeschrijvingen komt Macadam naar voren als een saaie piet. Hij was een goede scheikundige, hij was arts en hij was een tijdje actief in de politiek. Daarnaast wist hij veel over gifstoffen. Dat laatste werd zijn dood. In maart 1865 werd hij gevraagd om in Nieuw-Zeeland als deskundige op te treden in een rechtszaak tegen een kapitein die zijn vrouw had vergiftigd. Op de terugweg kwam het schip in slecht weer terecht. Macadam werd zo door elkaar geschud dat hij zijn ribben kneusde. Een paar maanden later stierf hij aan borstvliesontsteking.

De man die Macadam vereeuwigde, Ferdinand von Müller, leidde een avontuurlijker leven. Hij begon zijn loopbaan als apothekersassistent en klom uiteindelijk op tot directeur van de botanische tuin in Melbourne. Hij doorkruiste heel Australië op zoek naar planten, die hij bij bosjes naar Europa stuurde. ‘Van hem wordt verhaald’, schrijft een botanisch werk, ‘dat hij bij voorkeur op klompen liep en nimmer een spiegel heeft bezeten.’

Naar verluidt heeft John Macadam zelf nooit een macadamianoot gegeten. Dat geldt zeker voor het ijs dat de noot in onze streken bekend heeft gemaakt.

(NRC, 21-3-2001)