WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 17-03-2023

Hollandse honden

betekenis & definitie

Opmerkelijkste zin van de afgelopen week: ‘Ick schijt in Uwen Godt.’ Dat stond zaterdag als kop boven een artikel in de Wetenschapsbijlage van deze krant. Het artikel ging over de uitgave van de dagregisters van kasteel Zeelandia, een fort op het eiland Formosa waar soldaten van de VOC tussen 1661 en 1662 oorlog voerden met de Chinezen. Het fort werd belegerd en enkele tientallen Nederlanders liepen over naar de tegenpartij.

Het was een van die Nederlanders die op 14 oktober 1661, aan het begin van de avond, een potje ging schelden tegen een schildwacht van het fort. Die scheldpartij moet indruk hebben gemaakt op de samensteller van het dagregister, anders had hij hem niet opgeschreven. Ik vermoed zelfs dat hij vrijwel meteen is gaan schrijven, want een en ander maakt een erg authentieke indruk.

Lick mijn de aars
De deserteur riep eerst een paar keer hard ‘Schildwacht’. Toen die met ‘Hola’ antwoordde, liet de man zich zien. Hij boog zich voorover en riep – aldus het dagregister – ‘Lick mijn de aars.’ De man moet zich zelfverzekerd hebben gevoeld, want juist die dag waren per schip verse Chineze troepen aangekomen. En hij moet slecht zijn behandeld door de VOC, want hij riep: ‘Den ouden Hollantschen hond sal niet meer geeselen of brantmercken.’ Daarna riep hij onder meer ‘Kom hier ghij Hollanders, men sal u ophangen’, ‘Ick sal alle Neerlantsche vrouwen en vrijsters van u noch defloreren’ en ‘Ick schijt in uwen Godt’ (wij zouden nu zeggen ‘OP uw God’). Vóór die laatste zin schreef de samensteller van het dagregister tussen haakjes: ‘O gruwel.’

Toen er uit het fort geen reactie kwam, riep de deserteur: waarom schieten jullie niet? De schildwacht schoot, maar mistte, waarop de deserteur schamperde: ‘Kom lick mijn de aars en schiet dan nog eens.’ Daarna volgden nog allerlei ‘verfoeyelijcke redenen, die d’eerbaarheyt niet toe en laat op ’t papier te brengen’, aldus de brave borst die dit allemaal noteerde.

De geschiedenis van onze platte taal
Waarom is het zo fijn dat deze scheldpartij is overgeleverd? Omdat we voor de geschiedenis van onze platte taal maar weinig bronnen hebben. Uit oude kluchten, liedbundels, schimpdichten, schelmenromans en pornografische werkjes weten we natuurlijk wel dat onze voorouders niet allemaal even fijnbesnaard waren, maar die bronnen zijn geschreven om te amuseren, om verkocht te worden. De schrijvers lieten vast niet het achterste van hun tong zien.

Als je echt meer wilt weten over het informele Nederlands in oude tijden, moet je het van dit soort fragmenten hebben of van rechtbankverslagen. Vooral oude beledigingszaken vormen een belangrijke bron. Uit een onderzoek naar beledigingszaken voor de Staatse Raad van Brabant uit de periode 1586-1795, in 1996 uitgevoerd door E.J.M.F.C. Broers, kwam een rijtje oude scheldwoorden naar voren. Het ging om woorden en verbindingen als buffel, fielt, hitsige teef, hoer, hondsvot, hoorndrager, kale jakhals, lelijke bliksem, leugenaar, paapse hond, rekel, schelm, schobbejak en schurk. Voor dat soort woorden werd je al voor het gerecht gesleept. Kun je nagaan wat onze deserteur was overkomen als de ‘Hollantschen honden’ hem te pakken hadden gekregen.

(NRC, 30-1-2001)