Een woord toevoegen aan je vocabulaire kan je wereldbeeld verrijken.
Deze week eindigde iemand een mailtje aan mij met de groet: ‘Hartelijke groet uit groeizaam Doesburg’. ‘Groeizaam?’, schreef ik terug, ‘dat woord heb ik nou nog nooit gehoord!’ ‘Dat roepen we hier op vochtige warme dagen’, luidde de toelichting.
Het is een van de dingen die mij al een groot deel van mijn leven verbaast: dat je altijd maar weer kunt stuiten op woorden die je niet kent. In feite is dit nogal naïef want ja, natuurlijk is dat zo. Er komen doorlopend nieuwe woorden bij, ieder vakgebied heeft zijn eigen jargon en talloze woorden zijn in de loop van de eeuwen in onbruik geraakt. Waarschijnlijk zijn er meer woorden die je niét dan die je wél kent.
De groei bevorderend
Natuurlijk was mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Doesburg ligt in Gelderland. Hebben we hier te maken met een Gelders dialectwoord of wordt groeizaam ook elders gebruikt? Hoe zeldzaam is dit woord eigenlijk? En wordt het alleen gebruikt voor vochtig warm weer of heeft het ook andere betekenissen?
Leve de woordenboekenmakers! Groeizaam blijkt drie betekenissen te hebben. ‘Groeikracht hebbend’, bijvoorbeeld in een zin als: groeizaam zaad. Betekenis twee: ‘vruchtbaar’. Voorbeeldzin: groeizame akkers met welig gras. Betekenis drie: ‘de groei bevorderend’. Voorbeeldzinnen: ‘een groeizaam regentje’ en ‘groeizaam weer’.
Die betekenissen en voorbeeldzinnen komen uit de Dikke Van Dale. Maar ook andere naslagwerken kennen groeizaam. ENSIE bijvoorbeeld, en het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Het laatstgenoemde naslagwerk vermeldt bovendien hoe oud het is. We blijken groeizaam al te kennen sinds de Middeleeuwen.
Een dichterswoord?
Dus nee, het is stellig geen Gelders woord. Het is gewoon een woord dat ik al een leven lang over het hoofd heb gezien. Terwijl het op zoveel plaatsen te lezen was geweest. In een gedicht uit 1813 van Tollens bijvoorbeeld: ‘Groeizaam drupt een zomerregen/ Op ons lagchend loover neer.’ Dan wel in gedicht van Bilderdijk uit 1817: ‘De in een zoelen lenteregen/ Uit Gods hand gedrenkte grond/ Weekt, en voedt het groeizaam zaad.’
Wie het lemma in het WNT beter bekijkt, ziet dat de meeste voorbeeldzinnen afkomstig zijn uit dichtregels. Van onder anderen Gerbrand Bredero, Jacob Cats, Jan Luyken, Lukas Rotgans, Anna Visscher en Joost van den Vondel. Is groeizaam dan soms een typisch dichterswoord? Vrijwel alleen te vinden in het werk van oude poëten?
Groningse klei
Nee, je vond en vindt het ook in kranten. Als oudste voorbeeld vond ik een krantenbericht uit 1698. Daarin meldt een verslaggever: ‘Het gewas begint hier door het groeisaem weder nu heel schoon te staen.’ In hedendaagse kranten vind je het veel minder vaak – het is duidelijk op z’n retour. Toch dateert het jongste voorbeeld van slechts enkele dagen geleden. Onder de kop ‘Uien zaaien op zware Groningse klei gaat net’, meldde het agrarische weekblad Nieuwe Oogst vier dagen geleden:
‘Sinds zondagavond is er weer 20 millimeter regen op het perceel gevallen. Volgens Huisman hebben de buien ervoor gezorgd dat de gootjes na het zaaien mooi zijn dichtgevallen. “Laat het nu maar groeizaam weer worden”, zegt de akkerbouwer, die koos voor gele uien.’
Groeizaam weer – ik ga het niet meer vergeten. Sterker, ik ga het vanaf nu gebruiken. Want verdomd, het is waar: het is momenteel groeizaam weer: vochtig, warm, vruchtbaar. Een woord kan je wereldbeeld een beetje veranderen. En dat met dank aan een hartelijke groet uit Doesburg.