WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 11-09-2024

Grenscontrole

betekenis & definitie

Het woord #grenscontrole werd aanvankelijk vooral gebruikt in verband met Nederlandse smokkelaars.

Opeens heeft iedereen het over grenscontroles. Aanleiding: Duitsland wil systematisch grenscontroles gaan uitvoeren. Dit om asielzoekers die niet over de juiste papieren beschikken te kunnen tegenhouden. Het Nederlandse kabinet bejubelt dit initiatief – de toestroom van asielzoekers is nu eenmaal een van de grote politieke onderwerpen van deze tijd.

Bij mij riep de discussie over dit onderwerp beelden op uit mijn jeugd. Beelden die – zo vermoed ik – veel lezers van deze rubriek zullen herkennen. Vanaf het eind van de jaren zestig gingen steeds meer Nederlanders met vakantie naar het buitenland. Dat gold ook voor mijn ouders. Ik herinner me de lange rijen auto’s bij de grensovergangen. En ik zie voor me hoe mijn vader de paspoorten overhandigde aan de douaniers. Als kind vond ik dat heel spannend. Stel dat er iets niets klopte, wat dan? Ik herinner me ook heel goed de strenge blik van de douaniers die zich voorover bogen om even in de auto te kunnen kijken. Niet dat er ooit iets is misgegaan – we mochten altijd doorrijden – maar spannend was het wel.

Smokkelwaar
Het woord grenscontrole dateert uit het midden van de negentiende eeuw. Smokkelen was toen in Nederland een wijdverbreid fenomeen. Dit kwam door de hoge belastingen op bepaalde goederen, het ontbreken van goede controle aan de grenzen en door een grote vraag naar producten die niet of in beperkte mate beschikbaar waren. Naar Nederland werden toen onder meer gesmokkeld: wijn, tabak (zowel pijptabak als sigaren), koffie en thee, textiel en suiker.

Wat Nederlanders indertijd vanuit Duitsland smokkelden weet ik niet. Hoe het ook zij: de Nederlandse regering wilde hiertegen optreden, want ze liepen daardoor inkomsten mis. In 1851 maakten ze afspraken met de deelstaat Noordrijn-Westfalen om de grenzen met Nederland beter te bewaken. Maar aangezien smokkelaars – net als asielzoekers – doorgaans sluipwegen kiezen, had dit weinig effect. En dus kwam onze regering in 1854 met Noordrijn-Westfalen overeen dat er in de buurt van de Nederlandse grens geen depots mochten worden aangelegd voor goederen die duidelijk voor de smokkel waren bedoeld. Dit omdat ‘de versterking der grens-controle’ onvoldoende effect had gehad.

Koeien
Zie daar de geboorte van het woord grenscontrole – een samenstelling die in 1854 in allerlei kranten debuteerde.

In de decennia daarna dook dit woord vooral op in berichten over de smokkel van producten – zowel naar als vanuit Nederland. Aan het eind van de negentiende eeuw smokkelden Nederlandse veehouders bijvoorbeeld op grote schaal koeien naar Duitsland. Dit werd een probleem bij een uitbraak van mond-en-klauwzeer. In 1893 schreef een krant hierover:

‘De veesmokkelhandel wordt tegenwoordig op groote schaal uitgeoefend, onze Pruisische grensbewoners zijn den Nederlanders daarbij behulpzaam. Eens is een geheel transport Nederlandsche koeien over de grensen naar de markt te Wesel [een stad in Noordrijn-Westfalen, gelegen aan de Rijn] gedreven. Om te voorkomen, dat het mond-en-klauwzeer naar Pruisen wordt overgebracht en om het invoerverbod te doen blijven werken, is eene scherpe grenscontrole beslist noodzakelijk.’

Duitse joden
Over controles aan de Nederlandse grens naar aanleiding van vluchtelingen, lees je vanaf de jaren dertig. Nadat Hitler aan de macht was gekomen in Duitsland, vluchtten steeds meer Duitse joden naar Nederland. Aanvankelijk werden ze met open armen ontvangen, maar al snel vond men dat er te veel vluchtelingen naar Nederland kwamen. Na de Kristallnacht in november 1938 werd het beleid nog strenger. Joodse vluchtelingen werden vanaf toen systematisch tegengehouden aan de grens en teruggestuurd naar Duitsland. Met alle gevolgen van dien.

< >