WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 28-08-2024

Asielcrisis

betekenis & definitie

Het woord van de week diende zich vanzelf aan: asielcrisis.

Zeker, er waren enkele concurrenten. Zoals verkeersinfarct en filefuik, vanwege de werkzaamheden aan onder meer de A2. Maar asielcrisis domineerde het nieuws, met dank aan minister Marjolein Faber. Namens de PVV beheert zij de portefeuille Asiel en Migratie.

Volgens Faber zit Nederland vol. Daarmee doelt zij niet op de bevolking die inmiddels is gestegen tot achttien miljoen Nederlanders, maar op de vluchtelingen, asielzoekers en zogenoemde nareizigers. Om die te weren wil zij een asielcrisiswet invoeren. Dat wordt nog een heel gedoe, want mocht die wet er komen, dan gaat-ie in tegen Europese afspraken, maar dat terzijde.

Economische vluchtmotieven
Marjolein Faber is niet de bedenker van het woord asielcrisis. Dat woord waart al zeker sinds 1990 rond in het Nederlandse taalgebied. Half augustus 1990 schreef NRC Handelsblad in een hoofdredactioneel commentaar:

‘De kern van de asielcrisis, dat economische vluchtmotieven steeds meer de overhand krijgen boven politiek vluchtelingschap, vormt op de keper beschouwd een reden te meer verder te kijken dan een celdeur breed is. Zeker in het geval van Oost-Europa zou het wel zo effectief kunnen zijn naar voorbeeld van België en de Bondsrepubliek een hulpprogramma op te zetten voor afgewezen asielzoekers om op ordelijke wijze terug te keren naar hun thuisland.’

Ach ja, de Bondsrepubliek – daar werd toen grofweg het westelijke deel van Duitsland mee bedoeld – de hereniging vond later dat jaar plaats. Thuisland, afgewezen asielzoekers, economische vluchtmotieven: we zien hier jargon dat de afgelopen dertig jaar ingeburgerd is geraakt, zeker in de politiek.

Nog geen ‘acute asielcrisis’
Geert Wilders zit sinds 1998 in de Tweede Kamer. Eerst bij de VDD, sinds 2005 als eenmanslid namens de Vereniging Groep Wilders en sinds 2006 namens de PVV. Is de asielcrisis van oudsher een PVV-onderwerp? Nee, het werd op de kaart gezet door de VVD. Sterker, het lijkt erop dat deze samenstelling in politiek Den Haag in omloop is gebracht door een VVD’er, namelijk door Jan Kees Wiebenga. Half september 1990 rapporteerde de Leeuwarder Courant:

‘Premier Ruud Lubbers heeft zelf de coördinatie in handen genomen van een speciale ministeriële denktank over het te voeren asielbeleid. Weliswaar is er volgens het ministeriële comité, waarvan ongeveer de helft van het kabinet deel uitmaakt, nog geen sprake van een “acute asielcrisis”, zoals het VVD-kamerlid Jan Kees Wiebenga de situatie gisteren noemde, maar de enorme toestroom van asielzoekers baart de verantwoordelijke bewindslieden grote zorgen.’

Ik blijf het wonderlijk vinden dat dergelijke oude berichten zo doordrenkt zijn van jargon en formuleringen die we ook nu nog steeds lezen. Dit bewijst volgens mij hoe ingewikkeld dit probleem is. En hoe onrealistisch de aangedragen oplossingen. Zo verbaast het mij dat er ook steeds meer stemmen opgaan om buitenlandse arbeidskrachten te weren, bijvoorbeeld uit het oosten van Europa. Je hoeft maar een korte wandeling op straat te maken om te horen dat er onder kabelleggers en bouwvakkers vrijwel geen woord Nederlands wordt gesproken. Maak hun toegang onmogelijk en een groot deel van de woningbouw in Nederland komt stil te liggen. Waardoor zogenaamde oplossingen voor de vreemdelingencrisis zullen leiden tot een nog grotere woningcrisis.

< >