WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 17-09-2024

Apocalyptisch

betekenis & definitie

Op zich zijn overstromingen door hevige regenval niet ongebruikelijk. Maar de beelden die we nu te zien krijgen vanuit Midden-Europa kun je gerust apocalyptisch noemen. Bruggen die zijn weggespoeld, rivieren waarin het water vier meter is gestegen, huizen die zijn weggeslagen, bijna twintig doden: de beelden zijn schokkend.

Apocalyptisch is een relatief moeilijk woord. Het was de afgelopen dagen, in berichten over deze overstromingen, te horen in onder meer het NOS journaal. Op de site van dit nieuwskanaal was het de voorbije jaren ook geregeld te lezen. In koppen als ‘Heel veel Saharastof in Griekenland: “Apocalyptisch”’; ‘Moria is één groot apocalyptisch kaal landschap’ en ‘Kinderziekenhuis in “apocalyptisch” Marioepol verwoest’.

Deze koppen maken duidelijk in welke context het woord apocalyptisch doorgaans van stal wordt gehaald: voor catastrofale gebeurtenissen die zeer onheilspellend zijn.

Ondergang van de wereld
Het woord apocalyptisch gaat terug op de Bijbel. In de Openbaring van Johannes spreekt Jezus over het naderend einde van de wereld. De ‘Openbaring van Johannes’ werd in het Latijn de Apocalypsis genoemd. Dit naar het Griekse apokalúptein dat ‘onthullen, openbaren’ betekent.

In het Nederlands kennen we het woord apocalyps sinds de dertiende eeuw. Eeuwenlang is het vrijwel alleen in religieuze context gebruikt. Pas sinds het begin van de twintigste eeuw wordt het breder toegepast. Zo had de Leidsche Courant het in 1926 over de ‘socialistische apocalypse’.

Inmiddels is het hek van de dam. De Dikke Van Dale vermeldt woordcombinaties als ecologische apocalyps, monetaire apocalyps en nucleaire apocalyps. Daarnaast vermeldt dit woordenboek samenstellingen als bitcoinapocalyps, klimaatapocalyps en milieuapocalyps. Allemaal vormen van ondergang dus, waarbij je die van bitcoins zou verwelkomen, want dat digitale geldsysteem slurpt energie.

Een apocalyptische geleerde
Het bijvoeglijk naamwoord apocalypstisch kennen we sinds de zeventiende eeuw. Ook dit woord werd lang voornamelijk gebruikt in religieuze context, maar al in 1816 bespotte de Nederlandsche Staatscourant een ‘apocalyptischen geleerde’ uit Italië die voorspelde dat er ‘een groot ongeval in het zonnestelsel’ zou plaatsvinden. Met als gevolg – daar gaan we weer – de ondergang van de aarde.

Inmiddels vind je woordcombinaties als apocalyptische wapens en een apocalyptisch wereldbeeld. De betekenis van apocalyptisch is hier 'catastrofaal'.

De vraag is nu of die afschuwelijke overstromingen in Midden-Europa voortkomen uit de klimaatapocalyps of niet. De deskundigen weten dat nog niet zeker, maar ze voorspellen wel alvast dat we vaker te maken gaan krijgen met dergelijke megaoverstromingen.

Tja, moet je die voorspelling nu apocalyptisch of realistisch noemen? Ik heb er niet voor doorgeleerd, maar ik heb stellig de indruk dat het tweede woord hier het meest van toepassing is.

< >