WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 17-03-2023

Afghaanse koning Amanoellah

betekenis & definitie

Zelf ken ik afghaan nog in de betekenis ‘hasj uit Afghanistan’, net zoiets dus als (rode) Libanon, maar die betekenis is niet tot de woordenboeken doorgedrongen. Een tweede betekenis van afghaan die Van Dale wél noemt is ‘Afghaans tapijt’.

Minder voor de hand liggend is dat Afghanistan iets te maken heeft met het woord ammehoela dat we gebruiken om te zeggen ‘nooit van mijn leven’. Je komt het ook tegen in de vormen: aan me hoela, amehoele en ammenoela. Vooral die laatste vorm brengt ons dicht bij de oorsprong, want ammehoela gaat terug op de Afghaanse koning Amanoellah.

Amanoellah werd in 1892 geboren in Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. Hij was daar regent toen zijn vader, de verlichte Habib Oellah, in 1919 werd vermoord. Zijn oom werd de nieuwe emir, maar Amanoellah beheerste de schatkamer en wapenarsenalen en het leger koos zijn kant.

Op 27 februari 1919 – 9 Hut 1299 plaatselijke tijd – werd hij officieel gekroond. In de jaren daarna probeerde koning Amanoellah zijn land naar Westers model te hervormen. Hij schafte de veelwijverij af en zette zich in voor de vrouwenemancipatie. Onderwijs werd verplicht gesteld, de eerste meisjesschool werd opgericht en kinderhuwelijken werden verboden.

In 1927 vertrok Amanoellah voor een tournee door Europa. ‘Ik zal naar mijn land terugkeren met de beste dingen die ik in de Europese samenleving heb ontdekt’, verklaarde hij bij zijn vertrek. Acht maanden later keerde hij terug achter het stuur van een in Engeland gekochte Rolls-Royce.

Westerse kleding verplicht
Amanoellah was erop gebrand de hervormingen te versnellen en te verbreden. Drie maatregelen zorgden voor een enorme ophef: geen polygamie meer voor regeringsfunctionarissen (tot dan toe vrijgesteld van deze maatregel), vrouwen mochten zelf beslissen of ze een sluier droegen, en in Kaboel was iedereen verplicht Westerse kleding te dragen.

Een storm van protest brak los. Het gerucht deed de ronde dat Amanoellah zich bij zijn bezoek aan de paus heimelijk tot het katholicisme had laten bekeren. Onder leiding van de orthodox-soennitische geestelijkheid braken in november 1928 opstanden uit. Amanoellah zag zich genoodzaakt de meest aanstootgevende maatregelen te herroepen, maar de burgeroorlog was niet meer te stuiten. Op 14 januari trad hij af ten gunste van zijn oudste broer. Toen die drie dagen later door een roverhoofdman werd verdreven, probeerde Amanoellah de macht weer in handen te krijgen, maar hij werd verslagen. In mei 1929 vertrok hij voorgoed naar Europa, waar hij een veelbesproken societyfiguur werd.

Johan Buziau
Maar hoe is Amanoellah nu in ons woord ammehoela terechtgekomen? Dat ging via een revue die in 1928 in Amsterdam te zien was en die mogelijk is geschreven door Johan Buziau. Het Nederlands kende indertijd al veel varianten op de uitdrukking ‘an me reet’, zoals ‘op je gat’, ‘in jouw kakhuis’ enzovoorts. In de revue werd een andere (nieuwe?) variant gelanceerd, met een knipoog naar de actualiteit. De dialoog moet ongeveer als volgt zijn gegaan. Zegt de een: ‘Ik ben de koning.’ ‘Ha, jij koning?’ lacht de ander, terwijl hij met zijn hand op zijn naar achteren gestoken bil slaat. ‘Aan me hoela’. Waarop de eerste weer, met een gierende uithaal: ‘Ja, ik ben koning Amanoellah!’

Het ging dus van ‘aan me reet’ naar ‘aan me hoela’ naar Amanoellah, de koning die indertijd in het nieuws was en die van zijn onderdanen een schop onder zijn kont had gekregen. De grap kreeg vleugels en zo kon Afghanistan via een omweg nóg iets bijdragen aan de Nederlandse woordenschat.

(NRC, 24-9-2001)