Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

Gepubliceerd op 02-08-2021

zadel

betekenis & definitie

(1966) (prost.) achterwerk, zitvlak. Vandaar ook: stevige meid. 'Zie ook: daar kun je een zadel op gooien; zadel voor alle paarden; zadelwerk.

• Nou, er is een prachtmeid binnen, Crimi Neel. Die is fantastisch, die maakt van elk standje een feest. Ze is lekker stevig. Een goed fors zadel. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)