Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-02-2024

zaaddodend

betekenis & definitie

(1995) (sold.) saai, vervelend; weinig enthousiasme wekkend. Syn.: appelig*; blent*; muizig*; piksaai*; stif*; zuigend*.

• Vrouwen schrijven pagina's vol over het fenomeen man en dan voornamelijk over een zeker exclusief lichaamsdeel. Mijn God, wat een zaaddodend proza. (de Volkskrant, 20/02/1995)
• Tolstoy or Dostoevsky van George Steiner. Een even geestverruimend als zaaddodend boek van een intelligente maar rechtlijnige, en door zijn kunstverheerlijking verwerpelijke man. (het Parool, 13/12/2001)
• Toen die meiden de kamer inkwamen voor hun dagelijkse biertje, informeerde ik of ze hun zaaddodende slippers wel bij zich hadden. (Frans van Es: Who the fuck is Frans van Es? Een greep uit het leven van een marineduiker. 2002)
• De film is van bedenkelijke kwaliteit. Veel geschreeuw, weinig wol, in zaaddodend Duits. (het Parool, 01/06/2004)
• Niet dat het elke taalverrijking winst is. Wat bijvoorbeeld te denken van het afgrijselijke woord 'seksen'? Het rukt eh op, vooral onder RTL-vrouwen, en het is zaaddodend. (de Volkskrant, 08/11/2011)
• Klantenservice betekent klantenservice ofwel: service aan klanten! En dat begint niet met een uurtje hangen terwijl je naar zaaddodende muzak moet luisteren. (Youp van ’t Hek: Wie verstaat er Kips? 2011)
• Zo weten we sinds maandag datWim Ortjens van Regiobranding Zuid-Limburg - wat mij betreft de meest vage instantie ooit - de muziek op het Preuvenemint 'behoorlijk zaaddodend' vindt. (Limburgs Dagblad, 08/03/2012)
• Goed opgeschreven zijn de tafereeltjes bij Rosenboom en Van der Heijden zeker, maar zinnenprikkelend? Eerder zaaddodend, zou ik zeggen. (Trouw, 10/11/2012)
• Misschien had ik vandaag geen Uggs moeten dragen. Pieter heeft die gerangschikt in de categorie ‘zaaddodende schoenen’, en iedere associatie met zaad had ik wellicht beter kunnen vermijden. (Daphne Deckers: Alles is zoals het zou moeten zijn. 2012)
• Saai (die speech was zaaddodend). (Militair Jargon. Wikipedia, ongedateerd)
En op die momenten loopt het in De bleke koning over van een opzettelijk slaapverwekkend en zaaddodend proza. Ja, opzettelijk. Hier is een schrijver aan het werk die verveling als leeservaring wil overdragen…. (Joost Zwagerman: Americana. 2013)
• Marcel van Lieshout schrijft daar over het 'zaaddodend proza' dat hij in het feministische blad Opzij aantreft. Hij is daarmee hoogstwaarschijnlijk ook de eerste die zaaddodend figuurlijk gebruikt, al is in dit geval de letterlijke betekenis niet ver weg. (Jan Stroop: De taal, die weet wat. 2014)
• Maar dat is een geinig vrijgezellenfeestcadeau: een onderbroek met een grappige of pikante spreuk erop. Here we go: een boxershort met ‘schudden voor gebruik’ erop. Of nee: ‘Free Willy’. Nog grappiger: ‘Ware grootte’, ‘Laat me eruit!’ of ‘Je vriendin vind ik leuker’. Dit soort onderbroekenlol heeft voornamelijk een zaaddodend effect, want wie heeft nog zin wanneer je met zoiets wordt geconfronteerd? (Jaap Bartelds: Het ABC van de Nederlandse gezelligheid. 2015)
• In de tussentijd had ze bovendien de toenmalige hit ‘Cent mille chansons’ van Frida Boccara opgezet, het meest zaaddodende lied aller tijden, al wist ik dat nog niet. (Rob Hoogland: De grote Hoogland. 2015)
• Hij kreeg een bandje met een keuzemenu, drukte zes voor ‘Contact met een ambtenaar’ en moest vervolgens eindeloos lang wachten met muziek van het type dat hij eens had horen omschrijven als ‘zaaddodende slappelullenmuziek’. (Ilja Gort: Château fatale. 2015)
• Zeg, ben je lesbisch of zo? Je gebrek aan humor is echt zaaddodend. (Dieuwertje Heuvelings: Auxiety. 2020)
• Laatst hoorde ik iemand op de redactie klagen over een intro. Vooral de bewoording viel op: dat intro was volgens de chef in kwestie 'zaaddodend'. Zo saai dat zijn vruchtbaarheid aangetast werd. Oei! Dan moest het wel erg zijn. (De Volkskrant, 20/01/2022)