Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 31-01-2023

yallah, yellah

betekenis & definitie

(2008) (straattaal) kom op.

• Abdoellah belde aan en riep direct naar boven: ‘Ewa! Fadil! Yellah! Asaghbie, yellah!’ (Hans Sahar: De gebroeders Boetkaboet. 2008)
• ‘Man, je lijkt wel een wijf’, zucht Joost. ‘Blijf je aan dat haar plukken?’
‘Yellah’, zegt Omar. ‘We moeten gaan, Tom, anders kom ik te laat. Laters, Joost.’ (Vrank Post: Bad boys for life. 2008)
• ‘Yalla yalla! “Opschieten” op z’n Marokkaans’, lacht Isa. (Vrank Post: Judgement Day. 2010)
• Yallah Youb, waarom wil je naar huis gaan? (Fikry El Azzouzi: Drarrie in de nacht. 2014)
• Onbewogen staart hij mij aan en zegt: ‘yallah, we vertrekken.’ (Fikry El Azzouzi: Het schapenfeest. 2015)
• Hij keek mij voldaan aan, pakte zijn wandelstaf van de grond en zei: ‘Yallah, yallah.’ (Mano Bouzamour: Bestseller Boy. 2018)
• Opstaan, Ziad. Yalla, vriend, sahbi, kom, snel! (Khalid Boudou: Pizzamaffia slaat door. 2019)
• Er zijn daar geen lekkere wijven, hoor, het is een netwerkevent. Yalla! Die Layla meid heeft me al drie keer geappt (Dieuwertje Heuvelings: Auxiety. 2020)
• ‘Rapido’ zegt die fraudeur dan ook nog, en dan klapt hij in zijn handen en roept tot overmaat van ramp heel denigrerend: chop chop! Yalla yalla! (HP/ De Tijd, maart 2022)
• Yallah, doe je schoenen uit. (Maryam Hassouni: Wat de fak. 2022)