Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 14-12-2020

wie is de man die op zondag het vlees snijdt

betekenis & definitie

(1968) bekende slogan uit de overheidscampagne van Sire over de man die te weinig thuis is. Volgens sommigen bedacht door Godfried Bomans, maar de zin komt niet voor in zijn vele geschriften. Anderen noemen het een citaat van Joseph Luns, minister van Buitenlandse Zaken in de periode 1956-1971. Tijdens een interview met het Vrije Volk, waarbij hij gevraagd werd hoe zijn gezin destijds reageerde op zijn voortdurende afwezigheid, antwoordde hij: “Och, de kinderen vragen weleens: ‘Moeder, wie is toch die bleke heer die hier op zondag het vlees komt snijden?"

• Bakkers maken van hun nacht een volledige werkdag. En als ze, zoals deze bakker, geen knecht hebben en het brood zelf moeten rondbrengen, komen ze pas in bed tegen de tijd dat de kinderen'van de school .thuiskomen. Die zijn dan op hun beurt weer naar bed als de bakker opstaat. Uit bakkerskindèrenkringen. stamt het" gezegde: „Vader is die bleke man die zondags hét vlees snijdt". (Nieuwsblad van het Noorden, 07/02/1968)
• "Wie is toch die bleke man die zondags het vlees komt snijden?" De kinderen van mr. Joseph Marie Amtoine Hubert Luns vroegen dit aan hun moeder, mevrouw Baronesse van Heemstra, want mr. Luns is doordeweeks slechts zelden thuis. Hij is de meest reislustige minister van geheel de wereld, de man die zich overal mee bemoeit en dientengevolge een reeks van diplomatieke successen op zijn naam heeft staan. Meer diplomatieke dan politieke successen, want hü is in de negentien jaar van ministerschap onmiskenbaar veel meer diplomaat dan minister geweest. En dat is hem dan ook bij herhaling in de schoenen geschoven. (Amigoe di Curacao, 28/06/1971)
• Vreemd genoeg gebruikt hoofdredacteur Heemskerk zijn column juist weer om aan te geven dat hij zich met fase 1 van de SIRE-campagne totaal niet kon identificeren. De uitingen waarin kinderen vragen 'wie toch die man is die zondags het vlees snijdt', was bedoeld om de aandacht te vestigen op de afwezigheid van vader in het gemiddelde gezin. Heemskerk met een zoon van zes en een van drie kon zich bij die weerspiegeling van de hedendaagse man niets voorstellen. "Een prehistorische en eendimensionale voorstelling die slechts hoon en schouderophalen bij de doelgroep teweeg bracht', noemt Heemskerk het eerste, nu afgeloten deel van de campagne in het decembernummer van MAN. (Algemeen Dagblad, 21/11/1997)
• De vrouwen in Nederland zijn zo'n beetje uitgeëmancipeerd. We moeten ons nu richten op de mannen. Niet met van die zoetsappige spotjes van "wie is die man die zondag het vlees snijdt", maar met dwang! Ouderschapsverlof moet volgens haar betaald zijn, dan is het voor mannen al veel aantrekkelijker. (Cisca Dresselhuys in De Groene Amsterdammer, 15/12/1999)
• In Elsevier een lofzang op de man die zondag het vlees snijdt. Want volgens de schrijver van het omslagartikel 'Red de man' is het onzin dat mannen net zo emotioneel intelligent, net zo gevoelig, net zo sociaal en net zo zorgzaam moeten zijn als vrouwen. 'Dat idee is doorgeschoten' en 'ieder zo zijn kwaliteiten' zijn de weinig verrassende conclusies. (Trouw, 02/06/2000)
• Zo wordt, waar het gaat om de combinatie van arbeid en zorg, gesteld dat een focus op de zorgverantwoordelijkheden van mannen van belang is. In de mediacampagnes rondom arbeid en zorg richt de overheid zich echter vrijwel uitsluitend op de witte, Nederlandse man (zoals in de SIRE-campagne ‘Wie is die man die op zondag het vlees snijdt’ en de Postbus 51-campagne ‘Nederland is toe aan nieuwe afspraken’) (Reactie op het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie:
het emancipatiebeleid voor de korte en middellange termijn. Den Haag, januari 2001)
• Omdat onze vader een sterk ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel had en tal van maatschappelijk zeer nuttige taken vervulde, maakte hem dat inderdaad tot zo’n vader van wie de kinderen zich in de door de Stichting Ideëele Reclame gevoerde campagne afvragen: ‘Wie is toch die man die op zondag altijd het vlees snijdt?’ (Elsevier, 01/09/2001)
• Wel, dat laatste zinnetje is dan wat een dag discussiëren heeft opgeleverd. De PvdA zal zich daar geen buil aan vallen: dit vond en vindt iedereen, tot en met de moeders die hun huwelijk opblazen en de omgang onmogelijk maken. Wat bedoelt de PvdA met 'zoveel mogelijk'? Het programma maakt het niet duidelijk. Ik denk niet dat vaders in dit PvdA programma een reden vinden om op Melkert te gaan stemmen (Melkert was destijds ook de minister van de voor vaders zeer beledigende campagne 'Wie is die man die op zondag het vlees aan snijdt'). (website Broken Link, 3/9/2001)
• Binnenkort start CML Loopbaanontwikkeling een workshop Balanceren tussen werk en privé, met als doelgroep: vrouwen. Univers ging op zoek naar de mánnen op de KUB die soms worstelen met hun rol als carrièreman, vader en - een beetje - huisman. En vond een enkele keer zelfs een radicale breuk met oude tradities: "Papa, wie is toch die vrouw die zondags het vlees snijdt?" (Univers Online, 11/10/2001)
• Wie meent dat het hier gaat om het wereldvreemde geneuzel van een klein groepje door idealisme bevangen softies, onwetend van de keiharde mores van de zakenwereld, heeft het mis. De ideeën, normen en waarden op dit punt zijn daadwerkelijk aan het schuiven, op grote schaal. De samenleving verandert. De reclamecampagne ‘wie is toch die man die hier elke zondag het vlees snijdt?’ is maar een van de tekenen dat tachtig uur per week werken niet langer automatisch als statusverhogend wordt gezien. Zelfs veertig uur niet. (website Management Team, 30/10/2001)
• In een reeks reclamespotjes voor Monatoetjes is het altijd moeder en kind die we zien. Vader is afwezig, over hem wordt alleen gesproken. Vader werkt. Vader maakt de toetjes van Mona. Vader is de man die ‘s zondags het vlees komt snijden. (HP/ De Tijd, 12/07/2002)
• Met de spreekwoordelijke figuur die vroeger op zondag het vlees kan snijden, hebben wij nog maar heel weinig gemeen. (Vrij Nederland, 26/10/2002)
• 'Deze tijd verlangt trouwens een iets andere held. Opa Floris was de hele dag op het slagveld. Zo'n Postbus 51-vader: wie is toch die man die zondags het vlees snijdt?' (de Volkskrant, 16/10/2003)
• Op een zelfde manier wordt de vader geïntroduceerd, als de spannende man die ‘s avonds het vlees komt snijden, een strenge, vriendelijke reus die af en toe uit zijn slof schiet. (NRC Handelsblad, 23/09/2005)
• Evelien slingerde haar magazine tegen Harko’s krant. ‘Jij bent die man die op zondag langskomt om het vlees te snijden en van wie de kinderen zich afvragen wie het is,’ riep ze. (Martin Bril: Evelien voor altijd. 2008)
• Laten we het niet overdrijven. Ik ben nog steeds niet de man die het vlees snijdt op zondag. (Vrij Nederland, 30/05/2009)
• De man die zondags het vlees aansnijdt is een vrouw die haar prakkie van gisteren uit de magnetron effe opwarmt. (E.M. Nijenhuis: Is er leven na de studie. 2009)
• Ik was niet zo’n vader die alleen het vlees sneed op zondag, maar ik heb het vlees nooit gekocht en zeker nooit gebraden. (Bert van der Veer: Een vrouw in 188 dagen. 2010)
• Vaak was hij pas om zes uur, halfzeven ’s avonds klaar en moest dan, doodmoe, eigenlijk nog naar de financiën kijken. Hij was echter altijd thuis.
Dat realiseerde ik me toen ik een aantal jaren geleden de overheidsreclame ‘Wie is toch die man die op zondag het vlees snijdt?’ zag. Ik vond dat niet alleen een belerende, maar ook schandalige en manonvriendelijke commercial. Vaders die hard werken en veel van huis zijn, doen dat doorgaans omdat ze van hun vrouw en kinderen houden en brood (plus vlees) op de plank willen brengen. Maar de bedoeling was waarschijnlijk goed: het is voor opgroeiende kinderen leerzaam wanneer ze niet alleen het rolmodel van een moeder, maar ook van een vader hebben. (Simon Rozendaal: De winkel van mijn vader. 2011)
• Allicht zouden we niet hoeven werken, net zoals ik op Vaderdag een dagje het vlees niet hoef te snijden. (Gerwin van der Werf: Schooldagen. 2014)
• Mijn vader was de man die zondags het vlees kwam snijden. Als burgemeester van een plattelandsgemeente was hij 24 uur per dag beschikbaar voor iedereen. (Zin, 12/03/2015)
• Tegenwoordig heeft zo iemand meestal een Papadag. Die hij heeft moeten afdwingen bij zijn baas, van zijn vrouw, onder invloed van een reclamecampagne van de Overheid met het motto: ‘Wie is toch die man die ’s zondags het vlees komt snijden?’ (Jaap Bartelds: Het ABC van de Nederlandse gezelligheid. 2015)
• ‘Weet je nog toen ik scheurbuik had?’ Ja, dat wist hij nog, de winter van 1993, de groente was duur, de braadworst afgeprijsd, en Klaas Vaak was de man die op zondag het vlees sneed. (Peter Buwalda: Van mij valt niks te leren. 2015)
• Voor SIRE is in 1997 een eenvoudig filmpje gemaakt dat misschien
maar een half jaar op tv was, met een thema dat twintig jaar later nog landelijk bekend is: “Wie is toch die man die op zondag altijd het vlees komt snijden?” Er is hoop voor armlastige adverteerders die toch indruk willen maken. (Jaap Toorenaar: Hoe verzinnen ze het? 2019)