Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-09-2021

waar hersens zijn, kan geen haar groeien

betekenis & definitie

(1959) (sch.) gezegd door kale mannen. Van iemand die kaal wordt, zegt men in sommige streken van Vlaanderen: 'hij gaat naar Blankenberge'. Van iemand die kaal is en een baard heeft, zegt men schertsend: 'zijn haar is gezakt'. Iemand die last heeft van kaalheid heeft last van 'de ziekte van Hedel'. Van iemand met een kaal hoofd, wordt ook gzegd 'hij heeft de kelder gewit'.

• We zijn nog niet helemaal kaal, maar een groot gedeelte van onze schedel ligt toch wel braak. We troosten ons wel eens met het gezegde: waar hersens zijn, kan geen haar groeien, maar daar hebben we ons haar niet mee terug. (Overijsselsch dagblad, 29/10/1959)
• Waar hersens zijn, kan geen haar groeien. Deze zinspreuk wordt vaak gebezigd door kale mannen, die een positieve wending proberen te geven aan hun kaalheid (en daarmee meteen zeggen dat mensen met haar dus dom zijn). (Ed van Eden: Deltas groot spreekwoordenboek. 1989)
• Óp hèrses groeie gin haor. Op hersens groeien geen haren. Kaalheid zou getuigen van het bezit van een goed brein. Een vergoelijkende spreuk voor kale 'wijze mannen'. (Cor & Jos Swanenberg: Bij wijze van spreuken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard. 2008)