Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 13-04-2023

vleeseters

betekenis & definitie

(19e eeuw) (spot.) inwoners van Driel (in Gelderland).

• Vleescheters, spotnaam voor de inwoners van Driel bij Bommel, omdat zij tijdens eene daar heerschende ziekte ontheffing kregen van de verplichting tot vasten. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Driel: Vleescheters. De bewoners van Driel hadden in de Middeleeuwen een kerkelijke vergunning, waarbij hun werd toegestaan, ook in den Vastentijd zuivel- en vleeschspijzen te gebruiken: Kist, Kerkelijk Archief I, bl. 176, III, bl. 469. (Jos Schrijnen: Nederlandsche volkskunde (2 delen). 1930-1933)

< >