1) (1972) (inf.) masturberen. In Antwerpen is 'vet' een platte benaming voor sperma.
• Vetten: masturberen. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972)
2) (1972) (Vlaanderen, kaartspel) zie citaat.
• Vetn: wkw. (véttede, gevét): (kaartspel) een kaart met hoge puntenwaarde uitspelen omdat men meent dat zijn vriend en niet de tegenpartij de slag zal halen ; ook: der e stik upsteekn. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)