Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 16-09-2024

tuchten

betekenis & definitie

1) (19e eeuw) (gevangenis) gevangenzitten; lijden onder een straf.

• „'k Heb nooit getucht, zie je? „Maak je niet kwaad, Sam! 't Is jouw schuld immers niet, dat ze je nooit treife verschut hebbe”. (Justus van Maurik: Amsterdam bij dag en nacht. 1889)
• Tuchten: gevangen zitten. Getucht hebben. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Hij huilde bijna als hij over de bank sprak, en plotseling dacht ik: Dat is zijn manier van tuchten, zoals ze hier zeggen, van beklag en zelfbeklag om wat er is gebeurd, van heimwee naar familie en vrienden. (Sal Santen: Deze vijandige wereld. 1972)
• 'Om hém te troosten,' zei de dader verontschuldigend en wees op een breedgeschouderde, ineengedrongen man rond de vijfenveertig jaar, 'hij loopt al twee maanden te tuchten. (Sal Santen: Brand in Mokum. 1977)
• Of misschien denkt Justitie dat een paar maanden tuchten in een Franse cel U. zal breken -zoals iedere crimineel zal beamen is het gevang daar een stuk minder aangenaam dan hier. (HP/ De Tijd, 13/12/1996)
• De sfeer in de vleugels is de laatste maanden veranderd, schetst hij, nu het veelbesproken, sobere regime geldt. 'Je zit veel meer op cel. Tuchten, heet dat in bajestaal. (Dagblad Tubantia/Twentsche Courant, 21/12/2004)
• In bajeskringen is tuchten een bekend begrip. Nico: ‘Het is een combinatie van een soort heimwee, paranoia, claustrofobie. Dat raampje moet open, als ze niet kunnen communiceren gaan ze overal over nadenken en dan worden ze helemaal gek. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• ’Gerda Clobus werkt al 28 jaar in de bibliotheek van Penitentiaire Inrichting Arnhem. Van geheimtaal merkt ze niet veel. ‘Elke groep heeft wel zijn eigen jargon. Om harde dingen zachter te kunnen zeggen, of juist wat badinerend te doen.’ Het valt Clobus op dat gedeti-neerden vaak ouderwetse of formele woorden gebruiken. ‘Dan zeggen ze: “Ik zit hier te tuchten”, als ze het zwaar hebben. Of een vrijwel ongeletterde wietteler die boos is dat de rechter zich laatdunkend over woonwagenkampbewoners uitlaat en zegt: “Wij overwegen te wraken.” Dat soort termen kent men dan wel!’ (www.advocatenblad.nl, 31/05/2014)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (2024) (straattaal) niets doen; weinig uitvoeren.

• Tuchten: niks doen/ weinig uitvoeren. (Straattaal Scheurkalender 2025)

< >