Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-01-2025

Tommy

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Eng.) Engelse soldaat. Volgens Van Dale sedert ca. 1899 en afgeleid van Thomas Atkins, een naam die het Britse leger gebruikte als voorbeeld voor het aftekenen in de soldijregisters. De naam Tommy wordt ook gebruikt voor een Brits gevechtsvliegtuig.

• De officieele naam van den Londenschen politie-agent is, geloof ik, „constable", maar zóó noemt hem niemand. Familiaar heet hij „Bobby". Toch altijd met eerbiedige gemeenzaamheid: Gij zoudt er niet aan denken, over Bobby te spreken op dien ietwat geringschattend jovialen toon, onder Engelschen gebruikelijk tegenover zijn „neef", den landsverdediger Tommy. Dit „Tommy" klinkt min of meer als een schimpnaam, „Bobby" haast liefkoozend. (Het nieuws van den dag: kleine courant, 09/10/1912)
• Vele lezers zullen zich, ook nog uit den Boerenoorlog, den spotnaam „Tommy Atkins" of kortweg „Tommy" herinneren, waarmee de Engelsche soldaten worden aangeduid. De oorsprong van dien naam, die in den beginne een eerenaam was, dagteekent van 1857. In dat jaar brak in Engelsch-Indië, te Lucknow, een opstand uit en alle Europeanen vluchtten naar de residentie. Op hun weg kwamen zij een schildwacht voorbij, een gemeen soldaat van het 32ste regiment lichte infanterie van den hertog van Cornwallis, welke schildwacht op een buitenpost geplaatst was. Men wilde hem overhalen met de anderen te vluchten; maar hij beweerde op zijn post te moeten blijven en werd gedood. Die man heette Thomas Atkins, en wanneer men later een dapper man wilde aanduiden, dan zeide men: Hij is een echte „Tommy Atkins". (Rotterdamsch nieuwsblad, 21/11/1914)
• Dankbaar met een Tommy sjouwen,
Om 't verlost zijn, heeft geen zin. (Willem van Iependaal: Liederen van de zelfkant. 1932)
• Ik heb beloofd een toonbare Tommy van je te maken. (Willem van Iependaal: Kluivenduikers Doedeldans. 1937)
• De tommy’s zijn veel te goede vliegers om zich te laten kisten. (K. Norel: Engelandvaarders. 1945)
• De Tommies met hun jarenlange oorlogservaring beschuldigden onze soldaten ervan ‘triggerhappy’ te zijn… (Johan Fabricius: Hoe ik Indië terugvond. 1947)
• Zo'n knaap van 'n mist. Geen tommy in de lucht vanavond! (Jef Ersebeek: De laatste ronde. 1947)
• Daarvoor moeten ze in Rotterdam zijn! Ik denk dat het is, omdat de Tommies, die de steden in Noord-Duitsland bombarderen, altijd zo’n beetje een vaste route volgen en precies hier overkomen. (Wim Broos: Henk slaat zijn vleugels uit. 1948)
• Ja, nou zou het zo lang niet meer duren, eer de Tommies kwamen. (Toon Kortooms: Beekman en Beekman. 1949)
• We hadden verwacht dat ze tot een spoedige bevrijding van heel Nederland zouden leiden, maar de Engelsen, de ‘Tommies’, verloren de slag om Arnhem... (Leonard de Vries: Chaweriem. 1955)
• 'Ja, druk op de knop en daar zijn de Tommies,' spot Bob. (K. Norel: Vliegers in het vuur. 1963)
• In het kamp Tjideng, waar ik die middag zijn moest, haalden Tommies in een paar legertrucks de kinderen op, die in de nabije kazerne Father Christmas in levende lijve zouden ontmoeten. (Johan Fabricius: Met klein orkest. 1971)
• Overigens waren die Tommies niet allemaal kwaaie jongens. (Ben Borgart: Een lange weg naar Tipperary. 1979)
• Als ze joden verstoppen verstoppen ze ook Tommies. (Henri Knap: Met voorbedachten rade. 1981)
• Kom op, Tommies,' riep John aanmoedigend, 'gooi plat die hap!' (Ben Borgart: Een getekend mens. 1986)
• Dan dook hij omlaag als een havik op een vlucht duiven, en verjoeg de glinsterende Vliegende Forten, doorboorde de 'Tommies' en 'Amerikanen' met glimmende kogels zodat de glazen geschutskoepels uiteenspatten en versplinterden en in zwarte rookpluimen neerstortten. (Jan Cremer: Wolf. Het autobiografische verhaal uit De Hunnen. 1993)
• (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994)
• En in dat Carlton Hotel zaten de moffen. De Wehrmacht. Hoe had de piloot dat geweten? Een held was het, die Tommy. (Willem van Toorn: De rivier. 1999)
• ‘Die tommy’s hoeven maar een rok aan de wasdraad te zien hangen of ze staan al op scherp’, zei Lies Lormans. (Ton van Reen: Gestolen jeugd. 2001)
• Want Raf hield in al die kinderrijkdom zowat het midden en terwijl zijn twee oudere broers hun nazi-daden (luidruchtig Nederlands spreken in een overtuigd dialectdorp) uitzweetten, drong hij, gamin van 12, 13 jaar, met zijn kleine broertjes de velden in om er met de omliggende tommies te verbroederen. (Johan Anthierens: Leve mij. 2003)
• Na de oorlog kreeg mijn moeder van een tommy, een Engelse sergeant, een mooie lap stof cadeau, zwart, met een hardgele achterkant. (Marjan Berk: Teflonbaby. 2014)
• De opmars van het Engels leger langs de baan Kortrijk-Audenaerde is gestopt; de immer talrijker wordende ‘Tommies’ nemen hun intrek in woningen en beginnen met het delven van loopgraven langs de boorden van de Schelde. (Julien van Remoortere: En toen was het oorlog. 2014)
• Vaak werden de groten der aarde afgebeeld als roker: koningen en hoge militairen. Maar nu siert de Tommy, de rokende soldaat, vaak de pakjes. (Friso Schotanus: De beste sigaret voor uw gezondheid. 2014)
• Nou, in 1944 gonsde het van de geruchten dat de tommies zouden komen, zo werden ze genoemd, die Engelse soldaten. (Alfred Birney: De tolk van Java. 2016)
• Daar was ze opgepakt, op straat, en tewerkgesteld in een fabriek in Duitsland, niet ver van Venlo. Ze kreeg contact met de Limburgse ondergrondse: “De Tommies komen er zo aan, duiken jullie maar onder bij ons. Dan ben je zo vrij...” (Steffie van den Oord: Honkvast. 2017)
• Zodra de Duitsers eenmaal een toestel in het vizier hadden, had een tommy geen schijn van kans. (Sytze van der Zee: Wij overleefden. 2019)

< >