(19e eeuw) (ook: voor tjomme) (Barg. en mar.) het helpt niets. Surinaamse herkomst. Verkorting van 'pertjoema' (vergeefs).
• En Uw geld was niet voor tjoema. (Nieuwsblad voor den boekhandel jrg 28, 03/01/1861)
• Maar, wat mij zóó verschrikkelijk hindert en mijn genoegen veel vermindert, is dat ik vaak voor tjoema speel. (Sumatra-courant : nieuws- en advertentieblad, 15/11/1884)
• En intusschen zijn er eenige duizenden voor “tjoema” uitgegeven, de Inlandsche hoofden door beloften lekker gemaakt, eenige chefs van diensten langaren tijd bezig gehouden en.... de toestand voorloopig gelaten zooals die was voor dezen. (Het vaderland, 02/08/1892)
• Dat is nogal wiedes (begrijpelijk, 't spreekt vanzelf, 't is nogal "logisch"). En de jongens mogen nog zoo'n heibel, heilie, hallas of matschudding (drukte, herrie) maken, louw loene, 't is voor tjoema (tjommé); 't helpt niets; ze mogen, meenende hem hier of daar te zien, schreeuwen: hiro! daro! (Amsterdamsch voor: hierzoo, daarzoo) hij is schibus: de vogel is gevlogen! (de Groene Amsterdammer, 02/08/1914)
• Ontdekken zijn kameraden het bedrog, dan heeft de gannef ’m al lang gedrost, gepoetst, gesmeerd (met de spons van Blanus). Dat is nogal wiedes (begrijpelijk; ’t spreekt vanzelf, ’t is nog al „logisch”). En de jongens mogen nog zoo’n heibel, heillie, hallas of matschudding (drukte, herrie) maken, louw loene, ’t is voor tjoema (tjomme), ’t helpt niets… (Amstelodamum; orgaan van het Genootschap Amstelodamum, 1914/11)
• Typische schooljongens- en straatjeugduitdrukkingen zijn verder: stukjesdraaien (school moedwillig verzuimen), een puisje vangen (deurtje schellen), veelal van Joodschen oorsprong: geintjes of gebbetjes (grapjes), gannef (dief, guit), gannefen (stelen), noppes (niets), dalles of krats (niets), uppie of loefie (halve cent), spie (cent), beissie (dubbeltje), gassie (pet), nijf (mes). Schooljongens spelen met daaien (knikkers). De onke is de knikker, die het getal oneven maakt. Een, die loensch (valsch) gokt (speelt) gaat spankeren (hard wegloopen) of zet de spat (gaat aan de haal). De gannef heeft 'em gesmeerd met de spons van Blanus. Dat is nog al wiedes (begrijpelijk). De jongens mogen nog zoo'n heibel (herrie) maken, louw loune, 't is voor tjoema of tjomme ('t helpt niets). (Jac. van Ginneken: De regenboogkleuren van Nederlands taal. 1917)
• En de jongens mogen nog zoo'n heilie, halles of matschudding (drukte, herrie) maken, lauw loene, 't is voor tjoema (tjomrne), 't helpt niet; ze mogen, meenende hem hier of daar te zien, schreeuwen: hiro! daro! (Amsterdamsen voor hierzoo, daarzoo) hij is schibus: de vogel is gevlogen. (Bataviaasch nieuwsblad, 28/08/1920)
• En bovendien: er komt toch niets van. Dus waarom al die debatten voor tjoema? (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 28/04/1925)
• Hij doet zijn uiterste best om aan te toonen dat die moderne bond daar eigenlijk maar zoo’n beetje voor tjoema heeft gestaakt. (De bouwer; orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Bouwarbeidersbond, 26/11/1925)
• het is tjomme - het help niet. Voor tjomme - voor niets. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Kijk, en als nou juist dié knapen hun aanvankelijk onverschillige houding wijzigen en later toch interesse tonen, dan doe ik het toch niet helemaal voor tjoema. (Het vrije volk, 28/02/1978)
• Het woord ‘piekeren’ komt volgens hem van ‘memikir’ = overdenken; ‘pikir’ = denken; ‘pikiran’ = gedachten. ‘Pikirans van een straatslijper’ is een boek van Charley Robinson. ‘Pertjomme’ wordt in Nederland weinig gebruikt; wel ‘pertjoema’ (= vergeefs). Nog later veranderde dit (althans bij de marine) in ‘voor tjoema’ in de betekenis van ‘onnodig, overbodig’. (Onze Taal. Jaargang 50. 1981)
• Maar soedah, de kapal ligt klaar in de laoet.
Voor tjoema, nog langer te blijven. (Indische Letteren. Jaargang 9. 1994)
• Maar als de Witte Mars daar is, waar iedereen aan deelneemt, is hij niet in de massa te vinden, omdat hij zich juist op dat moment in een sauna hard laat nemen door een in leer gehulde sadist. Toevallig is dat dan weer de openbaar aanklager die de zaak-Katrien Deschryver heeft toegeschoven gekregen. Alle pijn voor tjoema. Niemand ontkomt. (de Volkskrant, 05/11/1999)
• het is tjomme, het helpt niets, voor niets. (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)