Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-06-2021

strijkstok

betekenis & definitie

(17e eeuw) (inf.) mannelijk lid. Heestermans citeert "Pans Fluytje" (1675).

• Met een wellustige grijns begon zij met haar mond mijn strijkstok warm en nat te maken, onderwijl met haar handen haar vedel vergrotend en bevoelend. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)