Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 17-08-2023

stok met vodden

betekenis & definitie

1) (1955) (Amsterdam) mager, lang persoon met veel te lange kleren.

• (G.P. Smis: Het nieuwe Spionnetje: onder de schaduw van de Westertoren: roman uit de Jordaan. 1955)
stok met vodden, magere lange vent of vrouw met te lange kleren, Smis 1955. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)

2) (1904) (zeem.) paraplu.

• De koe rukt zich tos en nu met de parapluie boven den kop, ging het beest aan der. haal. Toen zij eindelijk tot staan werd gebracht, ontving onze goede landman zijn „stok met vodden” terug, want van regenscherm was geen sprake meer. (Limburger koerier, 23/06/1904)
• We zagen er piekfijn uit—ieder hadden we een fijn zwart pak gehuurd bij een begrafenis ondernemer—‘n stok met vodden" in de lK hand vanwege een bui regen. (Sumatra-bode, 18/11/1915)
• Weet U hoe wij dat noemen?" Commandeur Viëtor van het opleidingsschip, de Pollux wees op de parapluie, die ik uit klimatologisch verantwoorde sleur overal mee heensleep.
„Nee," bekende ia nieuwsgierig.
„Een stok met vodden," lachte de zeeman. Hij wist nog veel meer van de taal der zeelieden. (Trouw, 12/11/1957)

< >