Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-09-2021

stierenavond

betekenis & definitie

(1956) (sold.) uitgaansavond. Vgl. keesavond*.

• Op deze laan moéten de jeugdige verdachten haantjes-de-voorste zijn, moeten zij schitteren. Dit betekent: méér geld. Thuis zien zij hoe op afbetaling alle mogelijke luxe-artikelen worden gekocht: En de mensen, die dit gebeuren op woensdagavond — „stierenavond" zegt de raadsman — om zich heen zien, schudden het hoofd en vragen zich af: :„Wat moet daarvan terechtkomen?" (Het vrije volk, 05/06/1956)
• Op de fiets maakte hij uitstapjes naar Den Haag en Amsterdam. Behalve op woensdag, want dan was het in de Maasstad „stierenavond". Met „mooie benen" en „stierenavond" bleek Kocijans Nederlandse woordenschat uitgeput, zodat Iskra er niet louter als „epitheton ornans" bijzat. (Amigoe di Curacao, 22/07/1970)
• Stierenavond: woensdagavond. (Opoe Herfst. Samengesteld door het reclame adviesbureau Advertising Marketing + Design. 1973)
• Stieravond. Uitgaansavond. Bevat dezelfde zinspeling als 'keesavond'. Ook wel: 'stijfselavond'. Stijfsel - sperma. (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978)
• Een vrouw heet een „gleufdier", eieren zijn „neukpatronen", avondpermissie heet „stierenavond", de verloftrein is „zaadexpres". En masturberen pleegt men daar te omschrijven als “snukken, elleboogstomen of zelfverdediging". Daar is niet het christelijk jongensinternaat God's lof of de R.K. Priesteropleiding in Rolduc — hoewel ze daar, naar verluidt, ook van wanten schijnen te weten. Daar is ons leger, waar ze een man van je maken. Dat leger bestaat uit militairen die — dat is niet echt een onthulling — wat grofgebekt zijn. Dat hangt samen met het wezen van een vriendenclub die ons land verdedigt als pure mannenmaatschappij. Sinds enige tijd staat het taalgebruik c.g. stierengedrag van Jan Soldaat ter discussie. Marcel Bullinga schreef een onthullend boekje waarin veel te lezen viel over het dagelijkse gedrag en waar het toe kan leiden. (De waarheid, 13/11/1985)
• Carpe diem, maar niet voor twaalven, stierenavond de hele week. (Adriaan Bontebal: De Ark. 1990)
• Gewoon, woensdagavond is stierenavond, dat weet iedereen. Dan gaan de jongens bij hun meisje op bezoek. (Gerdy Van Der Stap: Nestspel. 1994)
• De woenzegenaovend wordt wèl stieraovend genoemd. De woensdagavond wordt wel 'stieravond' genoemd. Dan zijn de vrijers op de been en wordt de week gebroken. (Cor & Jos Swanenberg: Bij wijze van spreuken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard. 2008)
• Woensdagavond moesten de dienstmeisjes boodschappen doen, dan liep je ze achterna. Dat was de kleine stieravond. Donderdags hadden ze vrij, dan werd er meer gevreeën. Dat heette de grote stieravond.’ (Cas Wouters: De jeugd van tegenwoordig. Emancipatie van liefde en lust sinds 1880. 2012)