Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-05-2021

starfucker

betekenis & definitie

(1989) (sch.) meisje dat bekende personen adoreert en met hen naar bed gaat om er bij te horen. Term populair gemaakt door Youp van 't Herk.

• En verder is natuurlijk iedereen aanwezig die geen kunst maakt maar er wel heel graag mee te maken wil hebben: de modenichten, de theaternich ten, de gewone nichten, de openingenaflopers, de diplomaten, de horecakaffers, de gladjakkers, de opgooiers, de speknekken, de starfuckers. (Joost Zwagerman: Gimmick. 1989)
• Het past overigens helemaal in het beeld dat we van ons Gooise starfuckertje hebben. Waarom geen brief van haar werkster, die verklaart dat Mabel haar goed betaalt, regelmatig koffie met haar drinkt en haar als volledig gelijke behandelt? (Youp van 't Hek: Hartjeuk en zieleczeem. 2004)
• Hij wil geen starfucker, maar het andere uiterste trekt ook weer niet. (Leon Verdonschot: Hart tegen hart. 2005)
• Ene Yolanthe, een starfuckertje van BNN, rijdt in haar auto met opzet een flitspaal omver. Ze voerde een opdracht uit voor een BNN-programma: rij een deuk in een auto. (Algemeen Dagblad, 07/02/2008)
• Er komen bijna dagelijks starfuckertjes, groupies en allerlei rare figuren op me af. (Algemeen Dagblad, 08/02/2012)
• starfuckertje: iemand die het doet met bekende mensen om bij hun soort te kunnen horen. (Arie Bras en Wim Daniëls: Dakhazen en bretelpiano’s. Humor die geen pijn doet. 2012)
• Waarom had ik niet gezegd: Wat denk je wel, stomme starfucker! (Mensje van Keulen: Neerslag van een huwelijk. Dagboek 1977-1979. 2018)
• Want elk mens is een beetje een starfucker en zoals Gerard Joling foto’s spaart waarop hij poseert met andere beroemdheden, wil ik elke collega tegen wie ik vroeger huizenhoog opkeek, eenmaal in de ogen zien. (Jan Rot: O ja! 2019)