Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-01-2024

sluitspierenweer

betekenis & definitie

(1988) (homotaal) gemeen, koud weer. Vgl. beestenweer*; glazenmakersweer*; hondenweer*; hutsepotweer*; moordenaarsweer*; pikstaanderig* weer; pokkenweer*; technisch* weer; zeikweer*.

• (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)