(1948) (Z-Afrikaans) cocktail, gedronken bij zonsondergang; ook voor een cocktailparty. Traditioneel een mengsel van alcohol, suiker, water en bitters.
• Bij het ‘skemerkelkie’ verhaalt Pierneef ons van zijn vriendschap met Leipoldt, den dichter, van zijn vaders vriendschap met Totius, van I.D. de Plessis, den Maleierkenner aan de Kaap, en Markus Viljoen, den redacteur van Die Huisgenoot, de illustratie die in formaat en inhoud een spiegel is van het royale en rustige Zuid-Afrikaanse gezinsleven. (De Nieuwe Stem. Jaargang 3. 1948)
• Terwyl daar aan die eenkant voorkeur gegee word aan ‘rijwiel’ bo ‘fiets’, wek ons ‘duikweg, skemerkelkie en vonkprop’ (nes die Vlaamse ‘eethuis’ vir 'n restaurant en ‘stilstand’ vir 'n bushalte) nog steeds -n' glimlaggie, vergesel van die opmerking ‘Wat leuk!’ (Onze Taal. Jaargang 18. 1949)
• Op de 23ste Juli, de 45ste verjaardag van de afdeling Kaapstad, kwamen de bestuursleden en hun echtgenoten des middags in de Nederlandse Club bijeen voor een ‘skemerkelkie’, niet voor de herdenking van dit jubileum, waarvoor reeds grootse plannen bestonden, die echter door het overlijden van de voorzitter geen doorgang konden vinden, maar om uitvoering te geven aan een zeer bijzondere opdracht van het Verbondsbestuur. (Neerlandia. Jaargang 57. 1953)
• Het voor een Nederlander zo gezellig klinkende Zuid-Afrikaans, kent een alleraardigst woord voor een cocktailparty in de avonduren: „Skemerkelkie". Zo’n Skemerkelkie werd gistermiddag in De Doelen door dr K. H. E. Gravemeier namens de Ned. Herv. Kerk aangeboden aan de Zuidafrikaanse studenten in Groningen, ter gelegenheid van het verblijf van de bekende Zuidafrikaanse theoloog, professor dr S. P. Engelbrecht, die momenteel op uitnodiging van de Nederl. Hervormde Kerk colleges houdt in diverse steden van ons land. (Nieuwsblad van het Noorden, 04/06/1954)
• Zelfs konden wij op die l0 de September, zittend op het terras van het Savoy Hotel te Scheveningen onder een ‘skemerkelkie’, zoals men in Zuid~Afrika zou zeggen, de ondergaande zon aanschouwen. (Neerlandia. Jaargang 59. 1955)
• Hij weet zich aan te passen zonder onder die bewerking ook maar één ogenblik het eigen karakter in gevaar te brengen. Op een vergadering, een feest, een ‘skemerkelkie’, eenmaal in een salon (in de achttiende eeuwse betekenis van het woord en voor zoverre die gezegende instelling nog als een vage afschijn bestaat), in een bevriende huiskamer, in een ouderwets koffiehuis, een nachtlokaal, zefs in een kattenkroeg, is hij tot in de kleinste bijzonderheden zoals hij juist dáár zijn móét en zoals men, op die plaats en onder die omstandigheden, hem verwacht te zijn en gaarne ziet. (Jan Greshoff: Afscheid van Europa. 1969)
• Het vorig jaar werden er nogal wat kritische vragen door de PvdA gesteld, toen drie ministers met hun staatssecretarissen van het kabinet-Biesheuvel bij de Zuidafrikaanse ambassadeur een „skemerkelkie" hadden geledigd. (De Telegraaf, 02/06/1973)
• De Zuidafrikaanse ambassadeur gaf een „skemerkelkie" (cocktailparty) op kasteel De Wittenburg in Wassenaar ter ere van zijn president F. W. de Klerk, die gisteren ons land heeft verlaten. (De Telegraaf, 26/10/1990)
• (Paul van Riel: Kroegwoordenschat. 1998)