Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-02-2024

senang

betekenis & definitie

(19e eeuw) (< Mal.) (Barg.) tevreden, op zijn gemak; comfortabel, lekker. Deze uitdrukking komt vooral, maar niet uitsluitend, voor bij de Nederlandse marine.

• Al slingert de boot ook nog zoo erg, ik voel me senang (lekker)... (Justus van Maurik: Indrukken van een 'Tòtòk'. Indische typen en schetsen. 1897)
• Ook is het gebruik van Maleische termen zeer gerechtvaardigd als deze een eigen gevoelswaarde bezitten, een bizonder Indisch aroom, dat door vertaling verloren gaat. Zoo het woordje "senang" dat de eigenaar dige apathische tevredenheid (behagelijkheid) van den oosterling aanduidt... (de Groene Amsterdammer, 26/06/1920)
• De Inlander is heel wat goedkooper "senang" dan deEuropeaan. (de Groene Amsterdammer, 17/01/1931)
• … ik voel me senang als ’n hondje met zeven staarten. (Jan Mens: Er wacht een haven. 1950)
• ... hij voelde zich niet senang ... (Piet Bakker: Zo was het, 1962)
• Merkwaardigerwijs zijn er wel leenwoorden aan te wijzen die in recente tijd uit het Indonesisch doorgedrongen zijn. Voor de oorlog bleef deze invloed beperkt tot enkele woorden als soesa ‘moeite, last’ en senang ‘gezellig’, die in typisch-koloniale sfeer voorkwamen. (Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 90. 1974)
• Ik blijf me afvragen wie en wat je bent, het zit niet senang, dat is zeker. (Ab Visser: De dominee liep verder, opgenomen in: Elseviers Kerstverhalenboek, 1980)
• Ik voelde me bij haar bijzonder senang. (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan, 1982)
• Je vraagt mij hoe het mij en mijn vrouw hier bevalt. Senang, Mek, het is hier senang. (Marion Bloem: Vaders van betekenis. 1989)
• Verder werd alles wat in de Oost duister en sinister leek te zijn omschreven met de verzamelnaam `goena goena' (stille kracht), en wat door de heren bewindvoerders als aangenaam werd ervaren, onder de noemer `zich senang voelen' gebracht. (Joop van den Berg: Soebatten, sarongs en sinjo's, 1990)
• Hier voel ik me senang. Dat is mijn thuis, werken doe ik altijd buiten deze kamer. (Nieuwe Revu, 07/03/1991)
• ... hij draagt vrijwel altijd zijn uniform (dan voel ik me `senang') en is politieman in hart en nieren ... (Opzij, november 1993)
• Voel je je wel senang? Moet ik een pisang voor je halen? Adoe, zeg, moet ik jou een soejang geven? (Theodor Holman: Het blijft toch familie. 2001)
• Ik had de indruk dat mijn laarzen nu al, veel vlugger dan verwacht, zich senang voelden in deze contreien. (Bart Chabot: Scheveningse wolken. 2009)
• Ze was al op het perron van metrostation Ganzenhoef geweest en had zich daar niet senang gevoeld vanwege schimmige types. (Marcel van Roosmalen: Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt. 2011)
• … maar nu maak ik toch wel even de brief aan jou af, Hella, want anders voel ik me niet senang… (Willem Nijholt: Met bonzend hart. Brieven aan Hella S. Haasse. 2011)
• ‘Adoeh, hier nog wat tjendol of ben je niet senang?’ Als je geen idee hebt waar dit over gaat: dit is het jargon dat gebruikt wordt op de filmset waar ik al weken vertoef. Het betekent zoiets als: lieverd, neem toch nog wat van die heerlijke rijstdrank, of voel je je niet helemaal lekker? (Elle van Rijn: Vier kinderen, drie mannen, twee carrières en een burn-out. 2015)