(2003) (< Eng. scorebord journalism) (inf.) alleen het resultaat wordt beoordeeld en niet de speelwijze. De wedstrijd wordt als het ware geanalyseerd op basis van het scorebord. Het woord wordt vaak toegeschreven aan AZ-trainer Co Adriaanse (o.a. in het Groot Voetbalwoordenboek van de Nederlandse Taal, verschenen in 2006). Hij zou dit neologisme voor het eerst gebruikt hebben na de wedstrijd Roda JC-AZ in 2003. Maar is dat ook zo? In het Engels werd de term ‘scoreboard journalism’ al opgetekend in 1996. Google levert meer dan duizend hits.
• Nieuw Co Adriaanse zei ooit: scorebordjournalistiek. Leo Beenhakker zei: patatgeneratie. Minister van Middelkoop riep: ufojournalistiek. (Rob van Vuure: Pas op, u wordt verleid. 2010)
• Maar ondanks deze cijfers – 'scorebordjournalistiek'zou CoAdriaanse zeggen –bereikte ZuidKorea de halve finale vanhet WK. (Martin van Neck: Heel het land is van streek. 2011)
• Andere taalvondsten van Go: scorebordjournalistiek, snelwegvoetbal, en vooral zijn TIPS. Een afkorting voor de begrippen techniek, inzicht, persoonlijkheid en snelheid. (Nico Dijkshoorn: Appelleren. 2012)
• Hij deed niet veel aan “scorebord journalistiek” zoals Co Adriaanse het weleens genoemd heeft. Dat liet hij over aan zijn partner, de jongere play-by-play-man Joe Buck. (Mart Smeets: Niets is wat het lijkt. 2013)
• Typisch België om nu aan scorebordjournalistiek te doen en hen af te schrijven. Ik vind hen absoluut nog titelkandidaat, want ik vind het net een sterkte dat ze ook matchen winnen waarin ze niet goed spelen. Ze moeten gewoon in contact te blijven met Union en er dan een lap op geven in de play-offs. (Het Nieuwsblad, 22/02/2022)
• scorebordjournalistiek: journalistiek die een oordeel geeft op basis van het eindresultaat, niet op basis van het vertoonde spel, gemunt door oud-voetbaltrainer Co Adriaanse (De dikke Daniëls. Het verhaal van onze taal volgens Wim Daniëls. 2022)