Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-04-2021

sandwich

betekenis & definitie

1) (1993) (tafeltennis) speciale bat bestaande uit een sponslaagje met daarop een stukje rubber.

• Beteuterd constateerde Appie Reinders dat de eredivisiespelers in ieder geval bang voor hem zijn. De zestigjarige had een pilletje ingenomen om zijn zenuwen in bedwang te houden en zich voorgenomen 'eens wat te laten zien' met zijn oude 'plank'. Maar 'opa' had er niet op gerekend dat 'die broekies' alleen maar zouden 'prikken' met hun moderne 'sandwiches'. Zijn naam gaat nog regelmatig over de pingpong-tafels als er nostalgische verhalen worden opgehangen over de ware verdedigers; de mannen die het celluloid uit alle standen terug weten te slaan, tot de aanvallers er horendol van worden. (het Parool, 29/03/1993)
• En ik beloof u, meneer, dat was ook gebeurd als zij hun eigen spelletje hadden durven spelen. Maar ze stonden alleen wat te 'prikken' met die moderne sandwiches van ze. (het Parool, 29/03/1993)

2) (1983) (inf.) vrouw die door twee mannen aan beide kanten gepenetreerd wordt; ook: dubbele penetratie (door twee mannen). Vandaar: in de sandwich genomen worden. Zie ook: sandwichen*.

• Ik blader en zie een tekening van een vrouw die door twee mannen tegelijk wordt genomen. ‘Sandwich’ heet dat in de pornografie. (Gerrit Krol: Scheve levens. 1983)
• Maar Willeke wilde een 'sandwich', zodat Udo die ondanks zichzelf net tweemaal was klaargekomen, nu weer tot matras moest dienen. (R. Fox: Niet om het geld. 2002)
• De gelijktijdige penetratie van de vagina en de anus van een vrouw is de dubbele penetratie, "sandwich" genoemd wanneer de penetratie door twee penissen gebeurt. (Charlie Hédo: Swingen is geen partnerruil. 2015)
• Een blonde pornoster werd door twee stevige kerels tegelijk, in een ‘sandwich’ genomen. Van twee kanten tegelijk (voor en achter) werd de blonde pornoster genomen en gilde het uit van genot, zo lekker vond zij het. (Cees de Vries: Het echte verhaal van een Hoofd Beveiliger. 2017)

3) (1998) (bridge) zie citaat.

• Sandwich. Situatie waarbij de linkertegenstander heeft geopend, partner heeft gepast en e rechtertegenstander bijgeboden heeft. Een speler die in deze situatie een tussenbod overweegt, zit in de ‘sandwich’ van twee tegenstanders die beiden puntenkracht hebben getoond. (Toine van Hoof: Het Bridge woordenboek. 1998)
• U zit nu tussen twee biedende tegenstanders (de gevaarlijke sandwichpositie). (www.nbbclubsites.nl, 2003)
• Vrijwel iedereen zal dat doen, maar veilig is het niet. Zelfs als partner nog een paar punten heeft, kan u flink (gedoubleerd) down gespeeld worden. Zijn punt is duidelijk: als je in de sandwich zit moet je (vooral na een 2-over-1 bij de tegenpartij) voorzichtig zijn. (Trouw, 27/09/2003)