Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 30-03-2021

ring

betekenis & definitie

1) (1975) (euf.) pessarium.

• Het pessarium occlusivum of de gesloten vrouwenring, in de wandeling het pessarium of de ring genaamd, is een koepelvormig rond voorwerp van soepel zacht rubber, dat "per keer" door de vrouw zelf in de vagina wordt geplaatst. Zowel het condoom als de ring zijn dus erg goede alternatieven voor mensen die het niet fijn vinden om spullen in hun lijf te krijgen, hetzij medicamenten (de pil) hetzij apparaatjes (het spiraal), overigens is het voor spiraal, condoom èn ring altijd aan te raden daar een zaaddodend middel bij te gebruiken. De ring wordt al zon honderd jaar gebruikt door miljoenen vrouwen en was tot die andere poespas werd uitgevonden ook bijna het enige betrouwbare voorbehoedmiddel In ons land is de ring al sinds jaar en dag o.a. verkrijgbaar bij de consultatiebureaus en het is vreemd dat de gemiddelde burger méér weet van bromfietsen en wasmachines dan van zo’n lekker voorbehoedsmiddeltje. (Het vrije volk, 08/02/1975)
• 'Er waren echt verhoudingen. En we sliepen ook bij elkaar. Dat was slapen in één bed, maar wat er uiteindelijk gebeurde... daar moet je je niet te veel bij voorstellen. Ik denk niet dat iedereen een zogenaamde "ring" (pessarium, red.) had. (De Groene Amsterdammer, 26/02/1997)

2) (18e eeuw) (euf.) vrouwelijk schaamdeel.

• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)