(16e eeuw, ravodt) (euf.) bordeel. letterlijk: huis waar geravot wordt. Met 'ravotten' werd dan vrijen* bedoeld. Het WNT citeert o.a. de 'Werken' (1620) van S. Coster. Of het woord nog gebruikt wordt is twijfelachtig, tenzij misschien als scherts. Syn.: huis* van plezier; Venuswinkel*.
• Wy belasten ... alle Officiers ende Magistraten inde Steden ende Dorpen ... alle Bordeelen, Hoerhuysen, Mot- ende Ravot-huysen te weeren, te verstooren, ende uyt te roeyen, oock geene van dien immermeer te tollereren. (Groot Placaatboek. 1656, geciteerd in WNT)
• Ravot. Bordeel: (1576) Verboden huis of huizen te verhuren aan verdachte personen om "vuyl ravodt" daarin te houden. Voorg. f° 97. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• En zo ontstonden in de zeventiende eeuw weer openbare bordelen met daarnaast het geheime bordeel ('stille knip'), het muziek- of speelhuis (ook 'musico' genoemd) en de 'oneerlijke herberg' of 'ravothuis' voor de lagere klasse. (H.W.J. Volmuller: Het oudste beroep. Geschiedenis van de prostitutie in Nederland. 1966)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Ivonne Lutz van Elburg: More Dutch you won’t learn in class. 1989)
• Soms werkten ze in een ravothuis (bordeel), soms was de geboorte van een door de heer des huizes verwekt kind de oorzaak. (Herman Diederiks: In een land van justitie. 1992)
• Dan zijn er nog de samenstellingen met 'ravot', bovenal een aanduiding voor twist en rumoer.99 In hoerhuizen wordt 'vuyl ravot' of 'quaed ravot' gehouden. Een 'ravot-huis' is een gewone aanduiding voor een bordeel in plakkaten en keuren, ... (Lotte van de Pol: Het Amsterdams hoerdom: prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw. 1996)
• Met onthullende anekdotes worden voyeuristische instincten toch in zekere mate bevredigd. Gegniffel klinkt als Niekerk de keurige façades aanwijst waarachter vroeger een 'ravothuis' of 'stille knip' schuil ging. (de Volkskrant, 12/05/2001)