Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-03-2021

qat

betekenis & definitie

(1994) (< Eng. < Arab.) hallucinogene blaadjes (van een struik uit Arabië; nu ook in o.a. Oost-Afrika), waarop gekauwd wordt. Ook wel gespeld: khat*.

•Illustratief is wat hem betreft de recente heisa rond het Oostafrikaanse kauw-pepmiddel `qat'. `Dat spul ligt echt op het niveau van onze pruimtabak, maar het is blijkbaar zo cultuurvreemd dat Justitie meteen tot een verbod over wilde gaan.' (Elsevier, 30/07/1994)
• Het ministerie van Justitie wil de paddestoelenbranche aan banden leggen voordat deze kan uitgroeien tot een grensoverschrijdend probleem, vergelijkbaar met dat van de coffeeshops. Na een arrest van de Hoge Raad over het kauwen van qat ­ hallucinogene blaadjes uit de Hoorn van Afrika ­ is het niet duidelijk of de paddo's onder de Opiumwet kunnen worden gebracht en een proefproces zal dat moeten uitwijzen. (NRC Handelsblad, 10/01/1997)[/i]
• En natuurlijk is er qat, de Afrikaanse variant van nederwiet. (Elsevier, 10/05/1997)[/i]
• Neem nou de kapitein van deze schuit. Dag in dag uit staat-ie daar zijn qat over de reling te kwatten. (Auke Hulst: Slaap zacht, Johnny Idaho. 2015)[/i]
• Geen hoertjes, geen qat, geen doktersjassen. (Jamal Ouariachi: Een honger. 2015)[/i]
• Quat. Zijn van die bladeren, je wordt er high van. Zij kauwen en worden heel actief. Sommige jongens, zij smokkelen dat naar binnen. Ik keertje geprobeerd, maar vind ik echt te vies. Ik ken een jongen uit Jemen, Walid. Hij heeft altijd quat bij zich. (Khalid Boudou: Pizzamaffia slaat door. 2019)