(1987) (ook: op zo’n fiets) (jeugd) op die manier: 'O, op die fiets' (bedoel je het zo?). Misschien een zinspeling op de Tour (de France)? Op die manier, op die toer?
• De zegswijze 'op die manier' kreeg in bepaalde kringen onlangs een variant in ' op die fiets... (Jan Kuitenbrouwer: Turbo-taal: van socio-babble tot yuppie-speak. 1987)
• ‘Nee,’ zei ik, ‘te warm’. En ik vervolgde: ‘Pap, wat is nagekomen?’ ‘Wat?’ ‘Nagekomen,’ zei ik, ‘dat meisje van die mensen daar zegt dat ze nagekomen is.’ ‘O, op zo’n fietse,’ zei hij, ‘dat betekent dat ze d’r eigenlijk niet had moeten wezen, maar dat ze er toch is.’ (Nanne Tepper: De eeuwige jachtvelden. 1995)
• fiets (op die -): op die manier. (Wim de Jong & Henrico Prins: Kantoortaal. Zakwoordenboek voor op het werk. 1997)
• (Peter Burger & Jaap de Jong: Taalalmanak. 1997) p. 142
• Weet je dat wij, mensen, beschermd worden door krachten waar wij zelf geen besef van hebben?
O, gaan we op die fiets? (Kluun: Komt een vrouw bij de dokter. 2003)
• ‘O... op die fiets, afdeling je ware ik, en durf jezelf te zijn,’ merk ik laconiek op. (Liza van Sambeek: Koninginnenrit. 2008)
• Ze prikte plagerig met haar wijsvinger in mijn borst.
Ik vroeg: ‘O, gaan we op die fiets?’ (Mano Bouzamour: Bestseller Boy. 2018)
• Op die fiets. (Smibanese woordenboek. 2e druk. 2020)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk