Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-01-2021

oei

betekenis & definitie

(1980) (zendamateurs) dag. Zie ook: dubbele* oei.

• Bestaande woorden krijgen er een betekenis bij; bijvoorbeeld: fietsen, spetteren,dippen (afstellen), kacheltje (geheime versterker van de zender), spriet (antenne), oei (dag), en genomen? (begrepen?). (Onze Taal, december 1980)