Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-04-2022

nomnom

betekenis & definitie

(2015) (inf.) (onomatopee) uitroep wanneer je eet of denkt aan lekker eten. Vergelijkbaar met njam-njam. Vgl. ook Eng. yum yum. De American Dialect Society koos in 2010 als woord van het jaar 'nom' (onomatopoëtische vorm met betrekking tot eten, in het bijzonder: aangenaam. Kan worden gebruikt als een tussenwerpsel of zelfstandig naamwoord om te verwijzen naar heerlijk eten). Nomnom duikt tegenwoordig vaak op als naam van een eettentje. Soms wordt een derde nom gebruikt, ter versterking. In 2021 publiceerde Dorothy Porker, een voormalig socialmedia-specialist voor o.a. MTV, een wat tegendraads kookboek onder de titel 'Nomnomnom.'

• Iedereen en zijn moeder heeft een opblaasbare flamingo deze zomer, en dus zorgen ze voor inspiratie. Gespot op de blog van de Britse lifestylegoeroe Louise Roe: flamingo poolfloat donuts. De perfecte snack op een regenachtige zomerdag! Moeilijk is het niet, want het is meer knutselen dan koken. Mochten de flamingohoofdjes er niet heel mooi uitkomen; het belangrijkste is dat je achteraf al dat glazuur kan opeten. #nomnomnom. (Flair, 08/08/2017)
• Het voormalig pand van yoghurtijsjesbar Moochie in Heist-op-den-Berg krijgt een nieuwe invulling. Zaakvoerster Lin Devinck opent er maandag Nomnom, een pop-uppastabar die in april definitief start. (Het Nieuwsblad, 17/01/2019)
• Het was eerst wat onwennig, in kleine groepjes en op anderhalve meter afstand, maar het voelde al snel weer vertrouwd: de eerste kookboekpresentatie waar ik naartoe ging sinds de coronapandemie. Dorothy Porker kon na een half jaar uitstel eindelijk haar boek Nomnomnom laten zien (Fontaine uitgevers, € 24,99). (De Volkskrant, 06/09/2021)
• Hét cadeau voor elke foodie die al meer dan dertig kookboeken in de kast heeft staan. Nomnomnom is als geen ander kookboek: grappig, origineel en met smaakvolle, snelle recepten. (Flair, 21/09/2021)